Bijstaan
‘Mevrouw.’ Een oudere heer spreekt me aan. ‘Weet u waar de hagelslag staat?’ Het briefje in zijn hand trilt. ‘Mijn vrouw is ziek en ik kom hier nooit.’
De geuren en muziek maken me dizzy.
‘Ik help u zoeken.’
We dwalen door de gangen. Ik vraag me ineens af wie hier nu wie redt.
De geuren en muziek maken me dizzy.
‘Ik help u zoeken.’
We dwalen door de gangen. Ik vraag me ineens af wie hier nu wie redt.
- Raadplegingen: 59