Reisoverpeinzing
© Martin Reekers op .
‘Deze trein is opgeheven!’, klinkt het uit de speaker in mijn stiltecoupé op het moment dat de trein zou vertrekken. De stampvolle trein stroomt leeg. Op de borden staat dat de volgende trein nog een uur op zich laat wachten. Na tien minuten blauwbekken op het perron mogen we opeens weer instappen. Het opheffen is nu kennelijk zelf opgeheven. Een jonge man gaat naast me zitten.
‘Denkt u dat deze trein wel vertrekt?’
Ik heb uitzicht op het bord waarop staat dat we over 10 minuten vertrekken.
’Ik hoop het,’ zeg ik. ‘Vijf minuten voordat ik de eerste keer in deze trein stapte werd er omgeroepen dat de trein over enkele minuten zou vertrekken. Dat bleek een NS-jokkertje in de beste Rutteriaanse traditie. Ik hou mijn hart vast, eerlijk gezegd’.
Even later rijden we toch.
‘Komt u in tijdnood?’ Vraagt hij.
‘Nee ik ben ruim op tijd weggegaan’.
‘Business or pleasure?’ Wil hij weten.
‘Business. Ik schuif aan bij een talkshow die wordt uitgezonden naar leden van een beroepsvereniging. En u?’
‘Ik heb een borrel en een etentje van mijn werk. Slechte tijden voor de lijn!’
Ik bekijk hem eens en vind hem nogal slank.
‘Ach, u kunt het beter hebben dan ik’.
‘Nou…’, hij aarzelt even. ‘Mijn vriendin heeft me op dieet gezet. Ze gaf mijn buikje zelfs een naam…’
Ik kijk eens naar beneden naar mijn broekband wetend dat de vleespartijen daar qua omvang zeker een naam zouden mogen hebben.
We vervolgen zwijgend onze reis, stappen beiden, na een groet van mannen wiens relatie onder buikvet gebukt gaat, in Utrecht uit.
Peinzend vervolg ik mijn weg. Welke naam zou bij mijn buik passen? Ga je dan met je partner zitten met een lijst met namen? Zo van: hoe zal ons buikje heten schat? Stuur je eigenlijk kaartjes bij de geboorte van je buik? Ik moest maar eens gaan afslanken. Dat scheelt een hoop kopzorgen.
{jlexreview:off}