Miswandeling
Ze heeft geen zin in lopen, mijn ouwetje. Ze heeft nooit zin in wandelen. Ze loopt achter me aan in een soort kamelenpas, de riem zo ver mogelijk uitgerold en laat zich voorttrekken. Haar oor floept bijna door haar halsband.Het is nog vroeg in de ochtend, mijn favoriete moment van de dag, als het hele dorp nog ligt te pitten en het stil is.Mijn hondje wil ook nog slapen, dat wil ze altijd. Ze is een pitje en ze is een notoire luilak. Ze slaapt twintig uur per etmaal. Maar nu moet ze lopen, het verwijt straalt er vanaf, haar ronde bruine ogen kijken me vermoeid aan. Haar hoofd hangt Ik zou me bijna schuldig gaan voelen. Bijna.We lopen de straat uit en steken over, we bereiken het punt wat ik stilletjes ‘Teleurstelling Eén’ noem, het kakveldje halverwege de straat. Even kakken en dan weer terug, vindt ze. Maar we lopen door. Teleurgesteld.In deze straat woont iemand die zo hard snurkt dat ik het hoor aan de overkant van de straat, ik weet niet of het een man of een vrouw is. Ik denk altijd een man, maar dat is alleen maar mijn gevoel. Bij de Snurker bereiken we ‘Teleurstelling Twee,’ rechtsaf zou de kortste weg naar huis zijn, ze haalt me snel in, lopend als een hond, en trekt aan de riem om me de goede kant op te begeleiden. Ik ben het niet met haar eens en we gaan linksaf. Teleurgesteld, alweer.Ze loopt weer in kamelenpas, maximaal achter me aan. Ik trek me er niets van aan.Lopen is goed voor onze pootjes en de ochtendstilte is goed voor onze ziel. In ieder geval de mijne. We bereiken het punt wat ik altijd PNR noem. Point of No Return. Of soms is het ‘Teleurstelling Drie’ Het ziet er uit als een brugje over een sloot, maar het is een belangrijk punt in de wandeling.Het hangt er van af of we links of rechts af gaan. Rechts af, is de polder in en nog een kwartiertje lopen erbij of links, de kortste weg naar huis. Beest wil links, altijd links.Maar ik als ontaarde baas wil ook wel eens rechts. Vooral als er grondmist hangt en de zon rood en groot opkomt en daar zo mooi doorheen schijnt.Als de vogels zingen en de kauwen actief aan het spelen zijn. De eenden en waterkippen ruzie maken over iets in de sloot.Maar ook als we een storm hebben en de regen op je neer klettert, zodat je weet dat je leeft omdat het water zo koud is. Dat haat ze pas echt en dat doe ik ook niet meer nu ze zo oud aan het worden is. Veertien is best al op leeftijd voor een hond. Stormachtige wandelingen maak ik nu alleen.Vandaag gaan we links. Beest is blij en ineens veranderd haar kamelenpas in een hondenpas en ze loopt gezellig voor me uit. Bijna huppelend, we gaan weer naar huis.Ze heeft het best goed gedaan voor een hondje wat nooit geleerd heeft om te wandelen. Toen ze bij me kwam was ze overal bang voor. Iedereen was eng en ieder geluid was gevaarlijk. Nu is ze aardig opgedroogd, maar wandelen is niet haar ding. Zonnen op de tuinbank wel, ze doet niets liever. Of slapen op de bank met haar poten in de lucht. Ook goed.We komen thuis en ik geef haar een bak met brokken. Ze maakt er een dansje voor en slokt het op. Ze sleept zich op de bank en gaat liggen met een demonstratieve zucht.De miswandeling is weer achter de rug. Ze is zo’n dramaqueen.Vanmiddag doen we het weer. Arm Beest.
Hier je gedicht of verhaal toevoegen s.v.p.