Het is wat kil nu, 's avonds in het verpleeghuis "De Avondzon". De verpleging treft de voorbereidingen, want de mensen die hier wonen, worden rond deze tijd, omstreeks negen uur, naar bed gebracht. Zo ook meneer Poelstra; zo die dag zit er ook weer op, dacht hij. Hij lag op zijn kamer zijn ogen nog open. Zijn kinderen? Die zag hij nauwelijks, als het drie keer per jaar was,dan was het veel, ja ze hadden hun eigen leven, dat wist hij ook wel. Tja, de allerbeste vader was hij niet, hij was geen gemakkelijk mens, dat gaf hij wel toe. Hij is bij zijn vrouw gebleven, dat wel, een heel goed huwelijk was het dan niet maar ze deden het voor de kinderen, en deels uit de liefde die ze toch nog hadden voor elkaar.
Ze konden niet met en niet zonder elkaar zo was het eigenlijk. En opeens was zijn vrouw er niet meer, ze viel dood neer in de kamer, een beroerte. Soms dacht hij weleens; dat was ook beter voor mij geweest, een snelle dood, je tekent er bijna voor,
hij durfde zoiets eigenlijk amper te denken, laat staan zeggen. Gelukkig voor hem zag hij één keer in de week een vrouw van de vrijwilligerscentrale, die bij mensen op bezoek komen die nooit bezoek krijgen, hij zat in een rolstoel, en hij fleurde er wel van op als ze kwam en keek er dan ook naar uit. Soms maakten ze samen een wandelingetje, wat hem goed deed. Een prettige onderbreking van de dag, want de dagen konden zo lang duren hier.
Maar hij verdrong vaak zijn negatieve gedachten en probeerde ze om te buigen naar iets positiefs, zo van; wees blij, er zijn altijd mensen die het minder hebben dan jij.
En hij dacht nog vaak aan zijn vrouw, hoe lief en zorgzaam ze was geweest, hij heeft nooit van een andere vrouw gehouden, hij was verliefd geworden op haar en er was nooit een ander geweest waar hij oog voor had. Hij dacht dan; waar je ook bent, ik hoop dat je het goed hebt daar, je was en bleef toch altijd mijn geliefde, En met die gedachte sliep hij in dromend van vroeger een droom van goede harmonie, en liefde, een droom die zijn leven zoals het nu was een beetje mooier maakte, een beetje verzachtte.