Kerstkoekjes
© Elsbeth Boom op .
'Pieieieiep.'
Snert, denkt Lot, ik heb dat deurtje zo vaak open en dicht gedaan en nu kraakt het.
Ze luistert of ze andere geluiden in het kabouterhuisje hoort dan het gesnurk van oma en opa. Heel zachtjes opent ze het deurtje en pakt voorzichtig het mooie korenblauwe blikje met zachtgele rozen.
Ze gaat met het blikje op opa's stoel zitten en opent de schatkist.
Het blik zit vol met de heerlijkste zelfgebakken koekjes van oma. Ze mocht er vandaag maar één, dat is toch niet eerlijk? Het hele huis rook naar de gemberkoekjes en dan mag je er maar één.
Opa heeft vast ook nog een koekje gepakt, zonder dat oma het wist, dan mag zij er ook één. Snel stopt Lot het hele koekje in haar mond, twee keer kauwen en ze slikt het door. Van de zenuwen heeft ze helemaal niet genoten van het koekje.
'Vierentwintig, vijfentwintig, ... zesendertig. Dan mist oma vast niet nog een koekje.'
Ook het tweede koekje verdwijnt in één keer in haar mond, en het derde en het vierde koekje en ...
Er klinkt gerommel boven: opa schuifelt naar de wc.
Zoals altijd maakt hij flink lawaai wanneer hij het lichtknopje weer niet kan vinden. En hij hoort niet hoe ze beneden snel het blikje terugzet in het hoekkastje en op kousenvoeten naar boven sluipt en snel haar bed induikt.
Haar hart klopt in haar keel. Ze is misselijk van de koekjes en de zenuwen.
Een uur later ligt Lot nog steeds wakker. Ze heeft een ontzettende vieze smaak in haar mond. Het smaakt naar schuldig. Oma zal morgen het blik opendoen en meteen weten dat ze koekjes heeft gestolen. En dan is ze heel teleurgesteld. En opa ook. Lot hoort opa al diep zuchten: 'Waarom? Dat kind mag alles en dan steelt ze van ons. Onze kleindochter is een dief.' En dan mag ze nooit meer logeren bij opa en oma logeren. En dan moet ze aan mama vertellen dat ze ...
De tranen wellen op bij Lot. Ze kan ze niet meer binnenhouden en begint zachtjes te huilen. Terwijl de tranen over haar wangen lopen, rent ze naar de badkamer. Ze heeft zo'n buikpijn en voor ze het weet komen de koekjes en het avondeten in grote golven eruit.
'Omaaaaah.'
Oma en opa komen geschrokken uit hun slaapkamer gehold, oma heeft zelfs maar één pantoffel aan. 'Och meisje, wat is er?'
Oma houdt Lots haar uit haar gezicht terwijl ze boven de wasbak al haar schuldgevoel eruit gooit.
Wanneer haar maag eindelijk weer wat rustiger is, haalt oma een nat washandje over haar gezicht. 'Gaat het weer een beetje?' Lot knikt.
'Til je haar naar beneden? Dan gaan we even lekker rustig beneden zitten, zetten we je lievelingscd op en dan kun je even tot rust komen.
Opa tilt zijn kleine meisje op en draagt haar de trap af. 'Zo jongedame, ga maar lekker zitten, dan pak ik nog een dekentje.'
Terwijl opa Lot lekker instopt, is oma bezig in de keuken. Ze komt terug met een dienblad met drie glazen. 'Kijk, een glas lauw water voor Lot. Dat is goed voor je maag. En voor ons een lekker glas thee.'
Lot neemt een klein slokje van haar water.
'Dat was schrikken, meisje. Weet je wat het beste medicijn is voor meisjes die misselijk zijn?'
Oma staat op en loopt naar het hoekkastje. 'Een zelfgebakken gemberkoekje naar overgrootmoeders recept.'
Ze loopt terug met het geopende blik en houdt het voor Lot. 'Alsjeblieft.'
Lot kijkt naar het lieve gezicht van oma en naar het blik dat beduidend minder vol is dan een paar uur geleden.
Tranen wellen weer op en haar maag begint nog luider te rommelen dan zonet en in een grote golf komen ook de laatste koekjes naar boven.