Herinneringspad
© Sylvia Schalken op .
Het is zo’n mooie, zwoele zomeravond. Met zes Nederlanders en vier Italianen zitten we aan een lange tafel te genieten van een heerlijke maaltijd en van de ondergaande zon. We zijn allemaal te gast op een camping ergens ver weggestopt in de prachtige natuur van Italië. Elke avond komen we hier samen aan de grote tafel. We vertellen elkaar verhalen. Over waar we vandaan komen en waar we naartoe gaan. Over wat we normaal gesproken doen en wat ons hier brengt. Vanavond is een jonge vrouw aangeschoven. In de late namiddag arriveerde zij om voor een paar weken met haar tentje neer te strijken op deze afgelegen camping.
Ik vraag haar wat haar hier brengt. Zij antwoordt: “Mijn moeder.” Na de begrafenis van haar moeder vond ze bij het opruimen van het huis een dagboek. Dat boekje met de zachtleren kaft en het minutieuze slotje dat nauwelijks open te krijgen was, heeft ze inmiddels gelezen. En keer op keer herlezen. “De band met mijn moeder is nooit goed geweest”, vertelt ze met gedempte stem. Als kind heeft ze nooit begrepen dat haar moeder er voor koos om weg te gaan bij het gezin toen zij nog maar amper 10 jaar oud was. Ze had het daarna zeker niet slecht hoor bij haar vader en haar zusje. Maar toch… welke moeder doet dit nou? Nooit heeft ze haar begrepen, laat staan dat ze haar heeft kunnen vergeven. Woedend werd ze toen ze hoorde dat haar moeder samenwoonde met een vrouw, zich ingeschreven had voor de kunstacademie of weer eens voor een paar weken was vertrokken naar een camping in Italië.
Maar nu is daar het dagboek en leest ze eindelijk het verhaal van haar moeder. Nu ze 35 jaar oud is en zelf moeder is van twee kinderen.
Ze leest het verhaal van een meisje dat zich altijd al ongelukkig en onbegrepen heeft gevoeld, omdat ze al heel jong ontdekt dat ze anders is dan de andere meisjes in haar omgeving. Een puber die al snel het vermoeden heeft dat ze van vrouwen houdt; veel meer dan van mannen. Maar als ze daar voorzichtig mee gaat experimenteren, komt ze zwaar in conflict met haar ouders die er een streng en kortzichtig geloof op nahouden. Ze wordt uit de gemeenschap verstoten en mag van haar ouders en de hele geloofsgemeenschap pas terugkomen als ze van haar ‘ziekte’ is genezen. De 17-jarige die daardoor zonder geld of goed op straat komt te staan en regelrecht in de armen loopt van de eerste de beste man die voor haar wil zorgen. De moeder die de kinderen krijgt die zij eigenlijk helemaal niet wil krijgen. Want ze heeft haar eigen pad nog niet eens gevonden dus hoe kan ze dan het pad van haar kinderen volgen? De moeder die vermoedt dat er ondanks haar ellende iets groots in haar verscholen ligt en die dat voorzichtig naar buiten laat komen in haar beeldhouwwerken en installaties die gaandeweg steeds meer gewaardeerd en bejubeld worden. De jonge vrouw die, op die kleine camping daar ver weg in Italië, wekenlang in een tentje bivakkeert en eindelijk het gevoel heeft dat zij mag zijn wie ze is. Niet bekeken. Niet veroordeeld.
In haar dagboek beschrijft ze de plaatsjes en pleintjes waar ze zat met haar koffie en haar boek. Ze beschrijft de mensen die ze sprak en die haar zo zonder terughoudendheid lieten zijn wie ze was. En ze beschrijft de lange tafel op de camping waar de gasten ’s avonds bijeenkomen om te genieten van de ondergaande zon, de maaltijd en de goede gesprekken met elkaar.
En nu zit zij hier; op de plek van haar moeder. Jarno en John, de eigenaren van de camping hebben geen vragen gesteld, maar haar alleen de vertrouwde plek van haar moeder gegeven waar ook zij haar tentje voor een paar weken op mag slaan. Ze vertelt en vertelt die avond met haar zachte, hese stem; ze vertelt het verhaal van haar moeder. Hoe ze nu via het dagboek haar pad volgt, haar opnieuw leert kennen en haar eindelijk na al die jaren leert begrijpen en kan vergeven.
Het is een mooie, zwoele zomeravond. Zo’n avond waarop je voelt dat er iets gaat gebeuren. Vanavond komt na 25 jaar een dochter thuis bij haar moeder en ik kijk ernaar.