‘Ik heb je rapport gelezen, Mark. Op zich is het wel een aardig idee, maar …’ Met een zucht brengt de manager zijn handen in zijn nek. Hij laat zich nonchalant een stuk van zijn stoel glijden waardoor zijn vadsige buik schavend langs de tafelrand blubbert.
‘… Maar wat? Er zijn nog geen eerdere ontdekkingen gedaan op het gebied van het omzetten van aluminium naar goud door middel van nucleaire bosonpenetratie.’
Mark friemelt zenuwachtig aan het apparaat waarmee hij zijn briljante uitvinding heeft gedaan. Een onbenullig palletje aan de zijkant van de stralingsbuis breekt af. ‘Oeps, shit!’
‘Zie je, het apparaat is nog lang niet tiptop in orde en er zijn in het rapport zaken waar ik vraagtekens bij zet … Ik houd het nog even bij me en zal je volgende week weer op mijn kantoor roepen voor overleg. Zet je apparaatje ook maar hier, dan laat ik de technische dienst ernaar kijken. Hoe is het trouwens met Marja? Heeft ze al ontsluiting? Hahaha.’
‘We kunnen toch alvast een patent opmaken, Bas?’ Een traan rinkelt in Marks stem.
‘Je bent ook zo verdomd ambitieus hè. Je uitvinding is verre van bewezen. We wachten er nog mee. Geef je op je weg terug deze map even af bij de balie?’
Terneergeslagen loopt Mark de trap af, wrijvend in zijn natte ogen.
‘Kun je me even helpen, Mark?’ roept de receptioniste, terwijl ze een grote blinkende rol op haar desk legt. ‘Waar heeft die manager van jullie in godesnaam tien kilo aluminiumfolie voor nodig?’