Een nieuw schooljaar
© Jane Doo op .
Arnold Jespers besluit het nieuwe schooljaar daverend te laten beginnen. Met een flinke klap, om het zo maar even te zeggen. Dat heeft hij al lang geleden bedacht. Terwijl mensen aan vakantie denken is hij er al mee bezig. Als hij in bed ligt en de slaap niet kan vatten denkt hij aan de dag waarop hij zijn plannen eindelijk ten uitvoer kan brengen. De dag waarop zijn naam op ieders lippen zal komen te liggen. 7 Augustus 2023. Zijn hart zwelt op van trots en tranen lopen over zijn wangen. En als hij dan eindelijk in slaap valt droomt hij er over.
Als je hem zo ziet verwacht je zulke grote plannen niet van iemand als Arnold. Op de basisschool is hij de langste van de klas en omdat zijn schouders iets naar voren hangen, geeft hem dat een slungelig voorkomen. Tel daarbij op dat hij op zijn achtste een bril moet en je hebt een kant en klaar recept voor de loser van de klas. Geduldig ondergaat hij de pesterijen en vernederingen die nu eenmaal zijn verbonden aan zijn status, maar in zijn hart groeit een tikkende tijdbom. Een bom die jaren later tot uitbarsting komt. Als hij vijftien is scheiden zijn ouders. Arnold vindt het niet erg. Hij is het geruzie en geschreeuw iedere avond al lang zat en na een tijdje afwisselend bij zijn vader en moeder te hebben gewoond kiest hij er uiteindelijk definitief voor bij zijn moeder te gaan wonen. In de voorjaarsvakantie verhuizen ze naar een kleine woning aan de rand van de stad. Het is groot genoeg voor twee personen en heeft tot Arnold zijn vreugde een grote kelder die hij kan gebruiken als opslag voor zijn spullen. Zijn moeder komt nooit in de kelder en dat wil hij graag zo houden.
Arnold is ondertussen uitgegroeid en heeft zijn bril ingeruild voor contactlenzen. Zijn haar heeft hij laten knippen volgens de laatste mode en hij heeft een baantje gevonden bij een groot distributie centrum. De helft van wat hij verdient besteed hij aan kleding en de andere helft gebruikt hij voor de uitvoering van zijn grote klapper. Na de vakantie gaat hij naar de eerste klas van het hoger onderwijs en dat is waar hij Anita ontmoet.
Anita is lang en mager en draagt altijd zwarte kleding. Haar piekende zwarte haar omlijst een smal mager gezicht met flets blauwe ogen en een smalle mond met bloedeloze lippen. Ze kijkt nors voor zich uit als ze in de lunchpauze alleen aan een tafeltje zit met een broodtrommeltje voor zich.
'Mag ik er bij komen zitten,' vraagt Arnold. Hij trekt de stoel achteruit, gaat zitten en schud zijn plastic zak met boterhammen leeg.
Anita kijkt hem aan met een mengeling van verbazing en interesse. Arnold ruikt haar sigaretten adem.
'Je moet stoppen met roken,'zegt hij.'Het is een slechte gewoonte.'
Op haar magere gezicht verschijnt een schampere uitdrukking .'Waarom zou jij je daar druk om maken. Ik heb trouwens niet gezegd dat je kon gaan zitten.'
Arnold neemt een flinke hap van zijn boterhammen en laat zijn kaken langzaam bewegen.
' Ik ben vrij om te gaan zitten waar ik wil.'
Anita kijkt even achterom naar de andere leerlingen die joelend en lachend aan hun tafeltjes zitten. Arnold ziet haar kijken.'Dat zijn klootzakken. Jij niet. Jij bent anders.'
Voor het eerst ziet hij iets op haar gezicht dat op een glimlach lijkt.' Jammer dat ze in de school kantine geen bier schenken.'
'We kunnen na schooltijd een biertje drinken,'stelt Arnold voor. Hij vind haar best wel knap.
'Afgesproken, jij trakteert.'
'Deal.'
Ze fietsen uit school naar een café waar ze een tafeltje in een schemerig hoekje nemen, een biertje bestellen en er achter komen dat er heel wat zaken zijn waar ze hetzelfde over denken.
Anderhalf uur later fietst Arnold naar huis met een grote grijns op zijn gezicht. Hij weet niet wat het is maar het maar hij voelt dat het zijn leven gaat veranderen. Voor het eerst in zijn leven is hij verliefd.
Hij komt thuis, opent de schuurdeur en rijdt zijn fiets naar binnen. Zijn moeder staat op hem te wachten. Ze is een kleine vrouw en ze heet Maria. Vanwege reuma kan ze niet werken en samen moeten ze rondkomen van een uitkering en de alimentatie van haar ex.
'Wat heb jij een grijns op je gezicht.'
'Ik heb een meisje ontmoet. Wat eten we vanavond?'
Maria antwoord niet maar wijst naar een grote doos die ze tegen de schutting heeft gezet.
'Dit is voor je bezorgd. Wat zit erin?'
Arnold zijn hart gaat sneller kloppen van opwinding. Nog twee van deze bestellingen en hij kan aan de slag. Precies volgens planning.
'Niets bijzonders. Heb ik nodig voor school.'
Hij tilt het op en loopt naar binnen. In de gang opent hij het kelderluik. Maria is achter hem aan gelopen en volgt argwanend zijn verrichtingen.
'Als het voor school is, waarom zet je het dan in de kelder.'
Arnold zucht geïrriteerd en vraagt zich af hoe het kan dat zijn vader het nog zestien jaar heeft uitgehouden met zijn moeder.
'Ik heb nu geen ruimte in mijn kamer,'zegt hij kortaf.' Zolang ik het nog niet nodig heb staat het best hier.'
Voorlopig tevreden gesteld loopt Maria naar de huiskamer.
'Als je maar weet dat ik geen pakket service ben. Volgende keer zorg je maar dat je thuis bent als er iets komt.'
Arnold hoort het als hij in de kelder de doos naast de anderen zet. Woede ontsteekt in hem. Zelf doet ze goddomme de hele dag niks. Hij zit op school en werkt zichzelf de weekenden kapot in het distributie centrum. Hij trilt over zijn hele lichaam en in de duisternis haalt hij diep adem. Even sluit hij zijn ogen en denkt aan zijn plan. Misschien is het een goed idee om zijn moeder een vrijkaartje voor het schoolfeest te geven. Hij klikt het licht aan en een kaal peertje aan de zoldering begint aarzelend te branden. Hij trekt het luik dicht en zet de doos op tafel. Zijn handen trillen nog als hij een mesje van de tafel pakt en de doos voorzichtig openmaakt. Opwinding maakt zich van hem meester als hij de inhoud ziet. Voorbereiding is belangrijk maar een flinke dosis geluk is onontbeerlijk. Arnold weet dat als hij dit vier maanden later zou hebben besteld overal alarmbellen waren gaan rinkelen. Nu ging het zonder problemen. Sommige zaken zijn ook zo simpel en voorspelbaar. Zorgvuldig vouwt hij de doos dicht en zet die terug op zijn plaats.
Uit de la van de werkbank pakt hij werktekeningen die hij lang geleden van het internet heeft gehaald en spreid ze voor zich uit. Hij werpt een snelle blik op zijn horloge en ziet dat het nog maar half vier is. Over twee uur gaan ze pas eten. Tijd om aan het werk te gaan.
Met groeiend ongeduld ziet Arnold de minuten wijzer traag naar de twaalf bewegen. Die ochtend toen hij naar school fietste had hij zich voorgenomen vandaag af te maken wat hem gistermiddag niet was gelukt. Als dat klaar was had hij een belangrijke laatste stap gezet. Alles wat dan nog restte was de afwerking en hier en daar wat aanpassingen.
De bel onderbreekt zijn gedachten en snel stopt hij zijn boeken en schriften in zijn tas. Hij is één van de eersten die op de gang zijn jas aantrekt, de gang uitloopt en de trap af op weg naar buiten.
Van alle kanten komen ze nu aanlopen om van lokaal te wisselen of om naar huis te gaan. Haastig loopt hij door naar het fietsenhok als hij geschreeuw hoort. Buiten het hok gooien drie jongens een tas hoog door de lucht naar elkaar over. Arnold haalt zijn fiets van het slot. Hij kijkt nog een keer en ziet Anita springend naar haar tas tussen de jongens staan. Arnold krijgt een rood waas voor zijn ogen. Hij smijt zijn fiets van zich af en is er binnen een paar tellen.
De eerste draait hij de arm op de rug tot hij kermt van de pijn en gooit hem dan van zich af. Razendsnel geeft hij de ander een stoot in zijn maag. Hij slaat dubbel en Arnold schopt hem in zijn gezicht. Bloed spoot uit zijn neus op de grond. De derde doet een stap in Arnold zijn richting, maar als hij Arnold met een van woede vertrokken gezicht op zich af ziet komen kiest hij eieren voor zijn geld en gaat er vandoor. Arnold is hem te snel af. Bij het hek haalt hij hem in en ramt zijn gezicht tegen het ijzer van het fietsenhok. Nog één keer tot dat hij door zijn knieën zakt.
Zwaar ademend raapt hij de tas op en geeft die aan Anita.' Ik haat die klootzakken.'
Anita pinkt een traan weg uit haar ooghoek.'Dat heeft nog nooit iemand voor me gedaan.'
Arnold haalt zijn schouders op.'Wil je mee naar mijn huis,'vroeg Anita. 'Mijn ouders zijn naar hun werk.We hebben het rijk alleen.'
Arnold zit tegenover Anita aan de keukentafel. Ze heeft nog rode wangen van de seks die ze voor het eerst in hun leven hebben gehad.'Ik wil niet terug naar school. '
'Ga morgen met mij mee naar huis,'zegt Arnold. Hij legt een grote hand op haar hand en knijpt er even in.'Dat laat ik je zien wat ik van plan ben.'
Ze staan samen bij de werkbank. Arnold heeft de schema's opengevouwen voor hem liggen en wijst haar op de belangrijkste punten.. Met stijgende opwinding hoort ze wat hij van plan is. Anita luistert en stelt vragen . Hij opent de dozen en laat alles zien. Arnold bespeurt de spanning in haar stem en hij weet dat zijn geheim bij haar veilig is. Als hij alles weer heeft opgeruimd en op zijn plek gezet drukt ze zich tegen hem aan.
'Ze zullen ook bij mij komen,'fluistert Anita als hij zijn armen om haar heen slaat.'Mensen hebben ons samen gezien, ze zullen denken dat ik er vanaf wist.'
Arnold drukt teder een kus op haar voorhoofd. 'Je moet zeggen dat je van niks wist. Ik heb je nooit iets verteld.'
Tranen wellen op in haar ogen en druppelden op zijn blouse. Ze begint te huilen en drukt haar hoofd
tegen zijn borst. 'Ik wil je niet kwijt.'
Ze slaat haar ogen naar hem op. 'We gaan samen.'
De school is verlaten als Arnold en Anita door een open gelaten achterdeur naar binnen gaan en starten met hun voorbereidingen. De school gaat klokslag negen uur open voor het zomerfeest ter gelegenheid van het nieuwe schooljaar, dus ze hebben ruim drie uur voordat het gaat beginnen. Ze werken snel en geconcentreerd en na anderhalf uur is Arnold tevreden. Hij kust Anita en samen lopen ze naar beneden. 'Wat zou er gebeuren als je dood gaat.'
'Je houdt gewoon op te bestaan,'antwoord Arnold.'Er is geen hemel en de hel is hier op aarde.
Zo staan ze zwijgend naast elkaar, elk vervuld van hun eigen gedachten.'Ik wil seks met je,'zegt Anita.' In de buitenlucht, ik wil je in mij voelen.'
Twee minuten voor twaalf steekt een agent zijn hoofd om de hoek.'Eh, brigadier. Ik denk dat u deze mail even moet lezen.'
De dienstdoende brigadier steekt zijn hand uit en laat zijn ogen over de paar regels gaan. Hij fronst zijn wenkbrauwen en kijkt naar de klok tegenover hem aan de muur. Hij komt zo snel overeind dat zijn stoel kletterend op de vloer valt. 'Waarschuw die school gelijk. Evacueren, en snel verdomme.'
Op het moment dat hij het zegt slaat de kerkklok buiten twaalf keer. Enkele kilometers verderop kleurt de hemel rood en een explosie zo hard dat het bureau op zijn grondvesten trilt. De drukgolf is zo sterk dat alle ramen in een omtrek van tweehonderd meter springen. Brokken beton en stenen vliegen in de lucht om tientallen meters verderop weer neer te komen. Buizen en leidingen springen door de kracht van de ontploffing en water spuit alle kanten op. Mensen rennen in paniek weg en worden verpletterd onder gesteente. Een schokgolf doet de grond trillen en honderden mensen zijn in de veronderstelling dat het een aardbeving is. Tafels en stoelen van een naburig restaurant vallen om en een woning in aanbouw stort gedeeltelijk in. Mensen die op het schoolplein zijn worden geraakt door rondvliegend glas. Tientallen zwaargewonden liggen kermend op de grond. Een grote wolk van puin en stof hangt minutenlang in de lucht voordat het op de grond terug valt. Mensen in de verre omtrek blijven in paniek liggen met de armen boven hun hoofd.
Van alle kanten klinken de sirenes en duizenden mensen vragen zich af wat er in Godsnaam is gebeurt.
De trieste eindbalans is vier en twintig doden en meer dan honderd gewonden waarvan tientallen zwaargewond. Onder het puin vinden hulpverleners ook de gebroken lichamen van Arnold en Anita. Ze liggen hand in hand. Op Arnold zijn kleding is een brief vastgemaakt. Hij heeft gelijk gekregen. De hele dag ligt zijn naam op ieders lippen.