Dronkemanspraat
© Asko De vries robles op .
Starende blikken, al bij binnenkomst. De muziek wordt zachter gezet. Een schat van een dame biedt mij de helpende hand, al heb ik er niet om gevraagd. Klaarblijkelijk werkt zij in de zorg en heeft de nodige ervaring. Wie ben ik om te redetwisten? ‘Zo goed dat je gekomen bent,’ zinspeelt de schat van een dame op mijn in het oog springende gebrekkigheden. Ik moet even slikken, maar bedank haar vriendelijk voor het compliment. Ik hoor onderdrukt gekuch. Klokslag acht uur is het alweer de hoogste tijd en belt de chauffeur van de rolstoelbus aan. De schat van een dame is zo vriendelijk mij in mijn jas te helpen. ‘Beregezellig,’ zeg ik met dubbele tong erachteraan, alsof ik een borrel te veel op heb.