Devotie
© Sylvia Schalken op .
Geheel onbedoeld zit ik inmiddels met wel vijf Mariabeeldjes opgescheept. Ik heb ze – mooi bij elkaar gerangschikt – ergens op een plank hoog in de boekenkast op mijn werkkamer gezet, omdat ik als de dood ben dat mensen denken dat ik Mariabeeldjes spaar. Dat is beslist niet het geval!
Het eerste Mariabeeldje kreeg ik toen ik als goed katholiek mijn Eerste Communie deed. Het was een fragiel beeldje van Maria in een lange jurk en met een doek om het hoofd gedrapeerd. Als 7-jarige hoopte ik vurig ooit nog eens zo’n mooie vrouw als deze Madonna te worden, want zij had het wel gemaakt in de wereld als er zomaar beeldjes van haar cadeau werden gegeven bij belangrijke momenten.
Bij ons thuis stond een koperen Mariabeeldje precies in het midden van het grote dressoir. Elke week werd het grondig gepoetst, zodat Maria stond te stralen; zeker als het zonlicht op haar koperen kleedje scheen. Voor het slapengaan knielden wij kinderen op onze knietjes voor de heilige Maagd; onze ouders op de stoel achter ons. En met de handjes strak gevouwen en het hoofdje diep gebogen, baden wij onze weesgegroetjes en het Onze Vader. Om steevast te eindigen met het gebedje: “Ons lief Heertje, ons lief Vrouwtje, alle engeltjes zoet die vannacht papa, mama, zusjes, broertje en mijzelf bewaren moet.“ Ik begreep overigens nooit waarom in dit gebed alles in verkleinwoordjes gezegd moest worden. Kleine engeltjes, dat snapte ik nog wel, maar zouden dat Heertje en Vrouwtje soms niet van het formaat van mijn ouders zijn? Ik heb het nooit kunnen achterhalen.
Overigens was dat devoot en langdurig knielen beslist geen pretje. Want vele jaren lag er bij ons thuis van dat harde sisaltapijt op de vloer zodat je binnen een mum van tijd diepe voren in je knieën had staan. “Is goed voor de vergiffenis van alle zonden“, werd er dan gezegd en ook dát heb ik nooit begrepen. Want wat deed je als kind nou helemaal fout; anders dan af en toe wat liegen, iets lekkers jatten of wat ruzie maken?
Sinds het overlijden van mijn ouders zijn alle Mariabeeldjes en kruisbeelden naar mijn woning verhuisd. Ik weet écht niet wat ik er mee moet, maar zomaar weggooien durf ik ook weer niet. Stel dat die beeldjes stille krachten blijken te hebben; waar ik niet in geloof, maar je weet maar nooit. Mijn moeder zei bij belangrijke gebeurtenissen altijd: “dat ze Onze Lieve Heer van het kruis ging bidden“ en als zij dat al kon dan was het – puur hypothetisch hoor – ook niet onmogelijk dat zo’n beeldje op eigen kracht het een en ander voor elkaar zou kunnen krijgen. Maria had al eerder blijk gegeven van bovennatuurlijke krachten toen ze de smeekbeden van mijn moeder verhoorde en mijn broertje kort na zijn geboorte voor de dood behoedde (lees het eerdere verhaal Blauw van de kou).
Nee, al die Mariabeeldjes laat ik maar mooi in een devote opstelling stilletjes in mijn boekenkast staan. En plechtig zeg ik hen elke avond voor het slapen gaan: “Wees gegroet dames… en morgen gezond weer op.“
Ik wens u fijne feestdagen en een beter 2022