Ik marcheer over 't gezouten pad
met een roodborst aan mijn zij,
op weg naar 't bevroren nat.
Met moed ontmoet ik mijn angst.
Ik verslap.
Het kan toch niet waar zijn
dat ik dit niet meer durf!
Ik aarzel.
Bang duurt soms lang!
Dan volgt de stoere stap.
Ik voel me bevrijd!
Zie mijn lach in ‘t spiegelglad,
terwijl ik glijd.