de strop is mij als dichter goed gezind
want zo komen er weer lege regels
wat belangrijk is lees je op de tegels
toen ik onbekend was werd ik bemind
al wat ik opschreef werd helaas verscheurd
als dode kon ik misschien wat waard wezen
toch kon je in het dagelijkse veel lezen
en zag je wat er kwam en was gebeurd
nu ben ik een boek zonder enige waarde
die de pastoors op momenten dragen
voor een goede leer heb ik nooit betaald
van mij rusten alleen de letters op aarde
wat men niet kent zorgt voor lege magen
nooit ben ik door één van hen goed vertaald