Zij zit verstopt in het tehuis
te prutsen aan haar armband
die maar niet goed dichtklikken wil
haar huid komt er steeds tussen
Mijn handen zoeken de armband
raken haar tere handen en polsen
haar broze vingers
We knutselen wat
tussen ons de armband
die onwelwillend
zich behandelen laat
De kleine dunne ketting
die de twee delen
bijeen zou houden
is gebroken
De armband lam geworden
onhandelbaar
door de gebroken ketting
Het schernier scharniert er lustig op los
ongebonden, vrij van moeders ketting
Mijn handen zoeken de verbinding
willen de band weer sluiten
maar haar handen, vingers
zijn te nabij
Door het geworstel
valt de band
tussen ons op de grond
Nu blijven we achter
met verbonden handen
verweven door het lot
dat ons bindt
dat ons bond