De voortekenen waren er al.
Duidelijk aanwezig. Maar je negeerde het, wilde het
niet weten. Je zag de rode vlaggen, de signalen niet.
Je vluchtte weg, in je fantasie, omdat je de realiteit
niet wilde zien. Maar je kon er niet omheen je moet de
waarheid onder ogen zien. Wie kon het leed voor je
verzachten, het overkwam je, je verwachtte het niet
in het leven.
En daar stond je dan, met het gevoel dat alles van je
was afgenomen, afgepakt, je moest jezelf hervinden.
De moed opbrengen, inzien dat je altijd weer een nieuwe
start kon maken. En je denkt weer terug aan vroeger tijden,
toen je nog aan het begin van het leven stond. De wereld
stond nog voor je open, met nog zovele kansen in het
verschiet. Langzaamaan komt het besef, dat elke dag er één
is, en dat je nog steeds je kansen kan benutten.
De deuren die zijn dicht gegaan, bieden je nu de kans om
andere te openen. De sleutel is je zin in het leven, ongebreideld
enthousiastme in alles wat je doet. Om er voor te gaan, er gloort
altijd wel hoop aan de horizon, tenminste als je het wou zien.
Verlies je sleutel niet, want dan heb je het opgegeven, zal de deur
niet meer opengaan maar gesloten blijven, en sta je stil, heb je geen
vooruitgang meer.
Je hebt voor een groot deel zelf in handen, en hou
je de sleutel vast en open je de deuren naar een nieuwe fase, een nieuwe
reis in het heden, sta je open voor nieuwe ervaringen, en leef je niet in het
verleden.