Ik schep water in m’n handen
en ik kijk
Ik zie door het water de lijnen
in mijn handpalmen
Er zijn mensen die beweren
dat zij die lijnen kunnen lezen…
Wat lezen ze dan?
Dat de jaren aan mij voorbij gegleden zijn
en rafelige sporen hebben nagelaten in mijn ziel?

Dat het leven, zoals altijd, niet eerlijk was?
Lezen ze van onvervulde verlangens,
van onbenutte talenten, van het lachen,
maar ook van het huilen en het verlies?
Lezen ze van de liefde die mijn pad kruiste
maar die dan weer verdween?
En die me achterliet met nog een hoop te geven
aan wie mijn hart beroert
Er komt een winterkoninkje op m'n hand zitten
Het wil drinken maar kijkt naar me met het kopje scheef...
Ik zie mezelf weerspiegeld in die oogjes
en ben ontroerd door het vertrouwen
Ik hoor in gedachten het vogeltje praten
Het vertelt me van hun leven
van hun dagelijkse strijd om te overleven
en dat ze dankbaar zijn voor de zaadjes die ik geef

Dan komt een honingbij op m'n hand zitten
Haar hoor ik zeggen dat hun volk gelukkig is
wanneer ik een hopeloos verdwaalde bij opvang
- die in paniek en uitzichtloos tegen de ramen vliegt en niet buiten geraakt -
en haar de weg naar de vrijheid wijs

En de grote, harige spin die altijd weer in de badkamer verzeilt
kruipt langs mijn been omhoog
tot op mijn hand
Ze beroert voorzichtig mijn vingers
met haar lange fragiele poten
en zegt blij te zijn dat ik haar niet dood
zoals veel anderen met haar zusters doen
Ik zet ze voorzichtig op de grond en wens haar
een veilig leven

Alles wat leeft omvat ik in gedachten
met mijn handen
en probeer het te behoeden
Ik kijk omhoog naar de voorbij zeilende wolken
en proef
de deugddoende stilte van het landschap
Het jaar is nog pril....Wat zal het brengen?
Ik heb heel, heel voorzichtig...
Vertrouwen