Ooit
Jij, te vaak onwetende,
merendeels overspoelde
en meest, niet al, genoeglijk voldane
Weinig vaardige,
inzichtarme en unieke kenmerkloze
Doe toch op z’n minst alsof
Ooit,
word je door goede kennis en kundigen
incapabel genoeg bevonden
Jouw terecht ontsierende praal, misstaat het mooist
niet mis te verstane
Ooit,
wanneer je bedachtzaam
zal worden belaagd
zal ik als laatst lachen
Als lagerwal voor jou is bedoeld
zal je begrijpen hoe vernederd ik me
al die tijd heb gevoeld