Ik wis je uit mijn herinneringen.
Je hebt niet bestaan.
Jouw handen, ik heb ze niet gevoeld.
Jouw ogen, ik heb ze niet gezien.
Jouw geur, herken ik niet.
Jij bestaat niet.
Een vage illusie, misschien een wens uit mijn verlangen.
Meer zeker niet echt.
Geen kinderkamer, geen wieg.
Geen kleine kleertjes of pampers.
Geen scherpe nageltjes of kreetjes.
Ik heb jouw stem niet gehoord.
Jou ogen nooit gezien.
Jij bent niet echt, ik heb geen kennis met je gemaakt.
Een vage illusie, misschien een wens uit mijn verlangen.
Maar toch…
Ik mis je, want je hebt bestaan mijn kind.
A