De kok van hotel Sjiekerdan
kan bijna alles koken,
't geheim zit in zijn koekenpan,
had hij die niet – o man, o man,
het zou zijn hart hebben gebroken.
Wat maakt die pan dan zo speciaal?
Te veel om uit te leggen!
Hij bakt vanzelf haast ieder maal,
van aardappels tot een garnaal,
je hoeft hem niets te zeggen!
Als je hem aait over z'n steel,
dan wordt hij zo gelukkig,
dat doet de kok dus erg veel,
maar hij kookt zelden met kaneel,
want daarvan wordt pan nukkig.
En als die pan eens nukkig is,
maak dan je borst maar nat!
Dan zie je plots vliegende vis
en ieder zegt: het gaat goed mis,
de pan is het weer zat!
Wie dan bestelt in Sjiekerdan,
die krijgt een poosje later
van de kok die zonder pan,
nog geen eitje bakken kan,
een stukje brood met water.