Ooit ben ik de wereld rondgegaan
door die vreeslijke onrust in mij
Bepakt met wat essentiële spullen
en Bo, m’n Labrador, aan de rechterzij
Ik beklom de hoogste bergen
zag veel en vaak ook wonderschoon
‘k Ging wekenlang op wildsafari
voor mij, mijn mooiste meisjesdroom
Elk donker bos trotseerde ik, en
dook met Bo in ‘t heldere meer
Met lappen fikste ik een knusse tent,
streek daar dan voor een poosje neer
Ook ontmoette ik de chicste mensen
een sjeik en diens knappe, rijke zoon
Maar weet je, dat kon mij echt niet deren
ik blijf het liefst mezelf … zo heel gewoon
Dus reisde ik gewoonweg verder
zag met Bo; oost, west, zuid en noord
Maar een stemmetje, diep vanbinnen,
had ineens een boodschap gehoord
Het zei mij dat ik terug moest gaan
naar mijn vlakke, prachtig vaderland
Pas toen miste ik mijn vrienden, mijn
stad en ouwe fiets… en ’t Zuiderstrand.