Soms verbijstert me jouw blik
hoe je schreiend me ontglipt
niet om wie ‘k ben geworden
noch omwille van getwist
maar wenend door de honger
naar ons wonder dat je mist
Dan schreeuwt m’n hart in stilte
en met stuntelig gebaar
omarm ik in je zilte
het gemis dat in me staart
De "'k" heb ik zo gelaten omwille van het metrum (zeg ik dit juist?): ik streef er in een gedicht naar dezelfde aantal lettergrepen per lijn omdat het naar mijn gevoel meer kracht geeft.
De zilte slaat op het schreien in de tweede lijn: tranen zijn zout.
Poëzie lees ik altijd hardop en dan maakt in dit geval 'k of ik, naar mij idee, niets uit.