Van wie is toch dat bierblik
dat bankstel en papier
van wie is al dat plastic
wat moet dat allemaal hier
de dozen van het fastfood
de resten van een kast
een barrel, eens een fiets
de mens, de stad tot last.
Ons eens zo schone stad
vervuilt voor onze ogen
het is echt ongepast
het zou niet moeten mogen
want waar ik eerst nog liep
en slenterde door straten
lijkt het nu een vuilnisbelt
het werk van onverlaten
Al slenterend mij ergerend
en zijdelings bewegend
laverend langs de troep
vraag ik mij nu af:
leef ik nu echt gezonder
of ga ik net als iedereen
geleidelijk aan en stapsgewijs
in dit milieu ten onder.
Nou ja, verzucht de pessimist
het is ook heus geen wonder
een gewaarschuwd man
die geldt voor twee.
Max Dendermonde
wist het al
in ‘54 toen hij schreef:
‘De wereld gaat aan vlijt ten onder.’