De nacht voelt transparant
zoals ik me ook voel,
licht als gedachten
want dat zijn vrienden
geen demonen
waar ik van los moet zijn,
ik ontmoet en
zeg gedag
ik huil met hen en lach
maar ik ben hen niet,
ik ben niet het wezen,
dat beschouwt of doet
dat denkt, of denkt te denken
dat iets wil, of dat iets moet
ik ben het waar elk doel ontbreekt
en elke rede, of gemoed
waar alle beweging
rijst en sterft
in- en uit het lijf
altijd; in beleving steeds minder apart