Op het terras lag een dood vogeltje. Het had nog geen veertjes, de oogjes zaten dicht. Iemand had het platgetrapt, er zat een natte vlek op de tegel. Ik keek zo intens, het vogeltje werd even centrum van het heelal. Toen ik het opruimde, bleef er een vogeltjesvormige vlek zichtbaar. Die verdampte al snel.