Wat was het een geschenk: dat mondkapje. Hij zag anderen zich er snel van ontdoen als de frisse lucht hun in het gezicht sloeg, éénstap buiten de supermarkt. Maar hij niet. Ook al prikte zijn snor tegen de binnenkant. Het was heerlijk te weten dat niemand het zag, zijn mooie felrood gestipte lippen.