‘Kunt u mij helpen aan een plantenbak?’ Jan spreekt lachend een medewerker aan.
‘De plantenbakken staan buiten, meneer.’ Buiten staan er inderdaad drie boven op een stelling. Na lang wikken en wegen pakt Jan de middelste. Plotseling neemt zijn ademhaling toe. Schichtig kijkt hij om zich heen. Hij ziet eruit als een verzopen kat.