De twaalf fietskilometers naar mijn werk, gedragen zich vandaag als twintig. Met wapperende wangzakken trotseer ik code oranje tot ik paars zie. Er zit een olifant op de bagagedrager. M’n horloge doet negentig seconden over een minuut. Mijn collega grijnst als ik binnenkom. ‘Is er iets?’ vraag ik. ‘Je hebt je jas achterstevoren aan.’