“Zeg roodkapje, waar ga je henen?” Het meisje keek sceptisch: “Ik ben dan wel van mijn padje af, maar ik herken een harig gedrocht uit duizenden! Wolf!” Hij schoof de plukken haar die voor zijn gezicht hingen aan de kant. “Ik ben je opa, meid. Door de corona-pandemie zijn de kappers al maanden gesloten.”