Ik heb gekeken naar de meeuwen op het ijs, naar hun stijve pootjes en doelloos wachten. Ik heb gekeken naar de rivier, vastgevroren aan mijn woonboot. Ik heb de hele dag gewacht op de 'Panta Rhei', het vrachtschip dat wekelijks voorbijkomt en mij haar wijsheid geeft: 'Alles Stroomt'. Ze kwam niet. Ik zit vast.