Vochtige warmte aan mijn vingers. Het moet bloed zijn. Een pitbull viel me aan in het park. Met een ferme ruk trok ik zijn voorpoten uit elkaar. Zijn borstkas brak. Omstanders keken verbijsterd. Ik probeer mijn handen droog te vegen aan mijn broek, maar ook die is doorweekt. Ik word wakker. Mijn kruik lekt.