Wim komt spullen ophalen en rijdt zijn auto in de hal. Gejaagd laadt hij zijn kofferbak vol. Hij vertelt medewerker Sjaak een spannend verhaal en stapt in zijn auto. Met wijd opengesperde ogen kijkt hij rond. Hij mist zijn stuur, pedalen en versnellingspook. Glimlachend veert hij supersnel op van de achterbank.