Mijn wijsvinger glijdt langs de lange rij zilverkleurige naamplaatjes op het belpaneel van de torenflat. Een voor een lees ik de namen hardop: D. Butant, V. Stapel, O. Verschot, B. de Vaart, T. Pelklem, H. Vermout, K. Beljauw.
Degene die ik zoek staat er niet tussen: R. van Door. Waarschijnlijk alwéér verhuisd.