Haar haar zat in de war. Ze had één oorbel in.
Zijn shirt was gekreukt en zijn stropdas hing scheef.
Net op tijd terug op kantoor. In de spiegel van de garderobe
zagen ze er nog steeds verhit uit.
Hij opende zijn kastje.
Daarin gooide hij de sporttas
met de bivakmutsen en de Kalasjnikovs.