Vandaag zie ik jou weer. Opgewonden als ik ben, vergeet ik bijna het boeket rode rozen. Jouw favoriet. Trein op, richting niemandsland. Daar wacht je me altijd op. In het park vertel ik honderduit. Over koetjes, kalfjes en hartzeer. Over hoe hard ik je mis. Ik leg jouw rozen bij de grafsteen.
Je zwijgt.