Het kind staat midden op een bevroren meer, wangen rood van opwinding. Ijs kraakt. Het kind verstijft. Een vrouw stapt sussend op het ijs. Harder gekraak.
Een hond loopt voorbij de vrouw, het kind lacht, huppelt mee naar de oever.
Een vrouw staat doodstil op een bevroren meer, ijs kraakt, geen hond te zien.