Noor wandelde buiten.
Het begon te regenen, maar ze had geen paraplu bij.
Noor vindt regen best leuk, ze begon te dansen.
Mensen keken naar haar, en sommige dansten mee.
Alle mensen deden mee, zelfs kleine kinderen.
iemand had zelf een radio mee.
Zo ontstond er een feestje, iedereen was gelukkig.