Ik kijk op mijn horloge. Nog tien minuten en de prijsuitreiking gaat van start. Nog tien minuten om te beslissen hoe mijn toekomst eruit zal zien. Ik kijk zenuwachtig naar Céline, mijn oudere zus, en mijn ouders, die naast mij zitten. Uit mijn ooghoeken zie ik Céline kwaad naar mij kijken. Ze heeft het me duidelijk nog steeds niet vergeven. Begrijpelijk, ik zou ook woest zijn in haar plaats. De twijfels flakkeren weer op. Heb ik wel de juiste beslissing genomen? Ik sta op het punt om iets te doen dat heel erg fout is. Maar heb ik een andere keuze? Onze ouders zijn altijd erg veeleisend geweest. Mijn hele leven al heb ik strijd gevoerd tegen Céline. Het begon reeds toen we kleuters waren. Wanneer zij een mooi huisje inkleurde, tekende ik een volledige stad. Toen zij de finale van een taalwedstrijd haalde, moest ik het jaar erna gewoon winnen. Het sprak voor zich dat ik ook op school al snel in haar voetsporen trad en dezelfde studies besloot te volgen. Want alleen de beste kreeg alle lof en aandacht van onze ouders. Helaas was Céline altijd sneller, beter en slimmer.
Nog vijf minuten. Ik voel mijn lichaam opwarmen en mijn hart versnellen. Wat gaat de tijd toch langzaam. Deze keer is het mijn beurt om de ster van het gezin te zijn. Ik ben door mijn leerkracht genommineerd voor een nationale literaire prijs, omdat hij mijn thesis inspirerend en leerrijk vond. Wat de jury niet weet, is dat ik maar één woord zelf geschreven heb: mijn naam.
Het was een koude woensdagnamiddag in januari. De examens zaten er net op en ik moest enkel mijn eindthesis nog indienen. Mijn volledige schoolcarrière liep van een leien dakje. Ik was de ultieme voorbeeldstudent met bijna perfecte scores op alle vakken. Ik was degene waarvan iedereen zeker was dat ik succesvol zou worden. Tot op die dag. Door de examens en alle andere buitenschoolse activiteiten, was mijn thesis blijven liggen. Ik had nog slechts twee dagen om het in te dienen en zat al urenlang naar een leeg blad te staren. Het frustreerde me dat ik nog steeds niets geschreven had. Céline was samen met onze ouders gaan winkelen. Misschien kon ik inspiratie halen uit haar eindwerk? Ik haaste me naar haar kamer. Alles is zo ordelijk en gestructureerd dat ik al snel haar schoolwerk terugvond. Daar was het dan: een 18 op 20. Walgelijk! Na het doorlezen van haar werk voelde ik me nog wanhopiger. Hier kon ik niet tegenop. Tenzij… Zou iemand haar tekst herkennen? Ik zou hier en daar een aantal kleine aanpassingen kunnen doen. Geen vuiltje aan de lucht. Voila, klaar en indienen!
Enkele dagen later werd mijn vader opgebeld door de school met het heuglijke nieuws dat ze mijn thesis naar een belangrijke literaire wedstrijd hadden verstuurd. De school geloofde in mijn kansen en verzekerde me dat deze ervaring deuren voor me zou openen in de toekomst. Mijn ouders waren zo trots. Ze namen me mee uit eten om mijn overwinning alvast te vieren, en ik werd overladen met cadeaus en liefde. En Céline zat erbij en keek ernaar. Ik voelde me doodgelukkig. Ik zou in glorie afstuderen en misschien zelfs die wedstrijd winnen. Niets stond me nog in de weg. Buiten dat knagende gevoel diep vanbinnen, waardoor ik wist dat ik eigenlijk iets fouts aan het doen was. Heel even twijfelde ik. Zou ik niet beter eerlijk zijn, nu het nog kan? Voor iemand anders de waarheid aan het licht bracht? Maar niemand wist wat ik gedaan had, dus ik hoefde me geen zorgen te maken. Toch?
Tot Céline op een dag zei dat ze mijn prijswinnend eindwerk ook wel eens wou lezen. Ik zat met ingehouden adem en een bang hartje naar haar te kijken. Haar uitdrukking veranderde en ogen vergrootten. “Ik kan niet anders dan het goed te vinden, aangezien het verdacht veel op mijn eindwerk lijkt,” zei ze ijskoud. “Wil je alsjeblieft niets verklappen?” smeekte ik. “Gun je het mij niet om ook eens succesvol te zijn?” “Succesvol met het werk van iemand anders?” antwoordde ze bits. “Ik geloofde in jou, maar dit is zo teleurstellend.”
En nu zit ik hier, vol angst en twijfels. Naast een zus die me geen blik meer waardig gunt. En daarnaast de trotse ouders van een prijswinnende dochter. De verkeerde dochter… Nog twee minuten. Ik kijk rond in de zaal. Ik zie mijn familie en vrienden lachen en zwaaien, en de nietsvermoedende concurrentie en jury.
De jury vergelijkt nog een laatste keer de kandidaten en neemt een beslissing. Ik hoor mijn naam en mijn hart slaat een tel over. Hier gaan we dan. Showtime! Een oorverdovend applaus vult de zaal wanneer ik met klamme handen naar het podium wandel.
Ik neem plaats achter de microfoon en voel de zenuwen door mijn lijf gieren. “Bedankt voor deze prijs. Ik voel me zeer vereerd,” begin ik langzaam. “Maar ik moet iets bekennen.” Ik houd mijn adem even in. “Ik heb dit eindwerk niet zelf geschreven, maar volledig overgenomen van mijn zus.” Ik knijp mijn ogen dicht en voel de druk van mijn schouders vallen. In de zaal wordt het muisstil. Ik wacht op de storm van reacties. Hier en daar begint men te fluisteren. Wanneer ik mijn ogen opnieuw open, zie ik mijn ouders naar het podium stormen. “Schatje, je zus is zes jaar geleden verongelukt,” zegt mijn moeder ongerust. Ik kijk haar verward aan. “Dus ik heb mijn thesis wel zelf geschreven?” “Ja natuurlijk, je zus heeft nooit haar tweede jaar gehaald,” antwoordt mijn vader. Ik knipper met mijn ogen en kijk verward de zaal rond. Op zoek naar de stoel waar Céline daarstraks nog zat. Niemand. Ik zoek de volledige rij af. Geen spoor meer te bekennen van Céline.