Klik voor meer schrijfactiviteiten in het menu op SCHRIJFACTIVITEITEN.
4859 | Gemiddeld: | 4.33 |
Hij komt vanuit de schuimende koppen van de zee naar me toe rennen. Dezelfde manier van lopen, bij elke sprong diezelfde beweging met zijn opzij slaande magere spillebenen en hetzelfde lijf waarop de ribben te tellen zijn.
Als kinderen gingen we elke vakantiedag naar dezelfde plek op het strand, we gooiden bal en de handdoeken neer en renden het water in. Een wedstrijdje dat ik altijd verloor, hij kon nu eenmaal sneller lopen dan ik. Maar we kwamen om te voetballen. Op het harde vlakke zand net buiten het krabbelende water trapten wij het ronde geval van een bal, gemaakt van een soort rubber, naar elkaar toe.Als hij zich echt wilde manifesteren moest ik van hem op doel, zo was hij ook. “Jij kunt aardig keepen en ik kan beter voetballen,” zei hij altijd. Ik deed het gewoon, daar waar het zand geschikt was om te duiken, daar stegen we op tot grote hoogte en prezen elkaar als waren we sterren.
Met een grote sprong ploft hij voor me neer, zodanig onbenullig dat het zand over de handdoeken en over het tijdschrift van mijn vrouw spuit. “Opa, gaan we zo een ijsje eten, heb je beloofd,” is het eerste dat hij zegt, zich nergens van bewust. Ik lach erom, vooral om die smekende blik op zijn gezicht.
Dezelfde ogen, dezelfde gezichtsuitdrukking als hij lacht en mij aankijkt.
Mijn vrouw komt achter hem aan en pakt haar handdoek, “het water is fris, maar heerlijk, daar knap je van op.” Ze aait haar kleinzoon over z’n natte bol, “kom maar, dan lopen we meteen door, laat opa maar lekker liggen.” Ze rommelt in de badtas, pakt de portemonnee en loopt met onze logé van bijna tien naar het tentje waar ze ijs verkopen.
Hij was net zo oud als dat jochie dat voor zijn oma uit rent.
Ik kijk ze na, dat paviljoen stond er vroeger nog niet, vroeger stond er niets, alleen de duinen lagen er en daarachter stonden de kleurige tenten. In de loop der jaren heb ik de camping zien veranderen in een park met van die afzichtelijk lelijke chalets in verkrampte slagorde.
Elk jaar kom ik op deze plek terug, elk jaar op dezelfde dag in juli loop ik dezelfde weg. Vanaf de camping, later vanaf het bungalowpark, de verharde weg over, de duinen door naar het strand. Altijd ongeveer op dezelfde plek ga ik even zitten, kijk naar de mensen, naar de zee en ik zie ons weer voetballen op het strand, achter de bal aanrennen, lachen, ravotten en rare capriolen maken. Mijn tweelingbroer en ik. Onze ouders waren niet zo creatief of avontuurlijk, al vroeg in het voorjaar was bekend dat het weer diezelfde camping zou worden. Wij vonden het allang goed, wat wil je als kind nog meer dan duinen, strand en zee.
Eveneens elk jaar loop ik de weg terug, ongeveer op hetzelfde tijdstip, rond vijf uur in de middag. Al zestig jaar lang, dit jaar mocht mijn kleinzoon ook mee.
We pakten onze handdoeken, trapten de hele terugweg de bal over en weer, het strand af, de duinen door naar de straat. Nog steeds vraag ik mij af waarom ik die bal niet onder controle kon krijgen, waarom dat rotding over mijn voet sprong en de straat op stuiterde. David was sneller, waarom moest hij altijd sneller zijn dan ik? Hij rende achter de bal aan de straat op en werd gegrepen door een voorbijrazende auto. Volgens de dokter had hij niet geleden.
Daarna wilde vele jaren lang de zomer maar niet komen.
Maar elk jaar op deze plek denk ik aan toen. Aan die zomerse rotstreek.
Enthousiast over deze inzending? Deel je enthousiasme op sociale media m.b.v. onderstaande buttons.
Ook gratis meedoen aan een schrijfactiviteit? We publiceren je inzending voor minimaal 12 maanden. Meedoen is mogelijk door in te loggen en dan bovenin de pagina op de rode balk te klikken. Nog geen lid? Aanmelden is gratis.