zondag, 20 mei 2050
Het was jaren geleden dat Yvonne en Marcel zo’n heftige nacht hadden meegemaakt. Marcel droomde er wel af en toe van, maar dan niet met haar. Het was niet bij strelen gebleven, o neen, op een bepaald moment was Marcel boven op Yvonne gekropen. Wat had ze gelachen en na het uitpuffen, hij ook. Daar lagen ze uit te blazen op elkaar, kusjes gevend en dan moest Marcel er nog weer af. Uiteindelijk rolde hij er langs de andere kant weer af, maar zo konden ze niet slapen. Terug via dezelfde weg kon niet, dus Marcel uit het bed, helemaal met z’n stramme benen rond het bed … en blijven lachen. Daarna nog een beetje kletsen over wat ze de voorbije 75 jaar allemaal hebben gedaan, over de kinderen en kleinkinderen (én het achterkleinkind dat op komst was). En dan een lange slaap. Toch voor mensen van 97 jaar, om halfzeven waren ze weer wakker.
En nu zat Yvonne in de zetel, bij de koffie, te genieten van de kleine dingen. Hoe Marcel met z’n boek in slaap viel, maar af en toe met z’n ogen weer open, toch een bladzijde omdraaide. Hoe de hond braaf in zijn mand bleef liggen, maar toch alles zag en hoorde. En ze koesterde haar herinneringen, hoe ouder ze werd, hoe meer er kwamen en hoe helderder –God zij dank.
Haar eerste kind, Mirre –wat was dat een speciale naam in die tijd. Zij werd nu zelf bijna oma, hoe zal dit kind, Yvonnes eerste achterkleinkind, heten: Wolf, Birk, Skip, …
Met haar kleinkind naar Zwitserland, dat was een mooie reis geweest, ze was net 80 geworden, maar Gregory vond haar de coolste oude vrouw die hij kende. En daarna nog leren skaten, dankzij Greg. Op haar 84ste deed ze een rondje Brugge met andere oude vrouwen en alle kleinkinderen supporterden.
Maar de reizen waren haar leukste herinneringen, natuurlijk die met Marcel, maar ook …
Daar werd Marcel écht wakker.
“Hoeveel bladzijden heb jij gedroomd?” vroeg Yvonne lachend.
“Van jou heb ik gedroomd en het ging beter dan vannacht!”
“Ben je zeker dat het met mij was?”
“Met wie anders? Jij bent mijn alles!”
“Je hebt niemand anders meer, iedereen is dood.”
Niet iedereen, dacht hij en hij zei: “Iedereen is levend in mijn gedachten.”
“Evelientje ook?” Daar plaagde Yvonne hem al jaren mee, zelfs hun kinderen en kleinkinderen deden daaraan mee. Evelien, de vriendin die hij had gehad, de week voor hij haar tegenkwam.
“Evelientje is een trientje,” zei hij en wilde naar boven gaan, een badje pakken.
De bel ging en omdat Marcel al opgestaan was, deed hij de deur open. Daar stond zijn broer? Neen, dat kan niet. Zijn vier jaar oudere broer was gestorven enkele jaren geleden en die leek niet op hem. Maar hij zag toch zijn evenbeeld daar bij de deur: een stokoude, gerimpelde man met guitige oogjes. Hij zei dat het 20 mei was, tachtig jaar later! Marcel begreep er niets van en vroeg wat dat betekende. Toen hoorde hij het hele verhaal en de naam van de man: Victor.
In de woonkamer was Yvonne weer aan het dromen geslagen. Dat overkwam haar meer en meer de laatste tijd. Haar eerste reis alleen, ze was zeventien, Paasvakantie. Parijs, natuurlijk Parijs en tijdens de betogingen Victor tegengekomen, één jaar ouder. Op slag verliefd, échte wilde nachten. En een week later afscheid in tranen, maar met grote beloftes: we schrijven, ik kom op bezoek, we lopen van huis weg. En ook: we komen hier terug, precies hier over 10 jaar … en 20 en 50 en … ’t Is nu 20 mei, twintig vijf, laten we in 2005 elkaar ontmoeten of neen, 2050, twintig mei 2050.
“Het is niet Parijs, maar ik heb je toch gevonden,” zei Victor toen hij de kamer binnentrad.
Yvonne was nog in haar droomherinnering. Langzaam kwam ze terug naar de werkelijkheid en daar stond hij toch echt: Victor! Haar eerste grote liefde.
“Twintig mei 2050,” riep ze, “en je bent er!”
En het gesprek kwam op gang. Alleen Marcel deed niet mee. Integendeel, hij dwaalde meer en meer af, ergerde zich meer en meer, … Op een bepaald moment had hij er genoeg van.
“Als ik hier met Evelien zou staan, dan zou jij je toch ook geschokt zijn. Jij zou het toch ook niet leuk vinden dat iemand bijna 70 jaar met een ex in zijn hoofd liep, terwijl hij met een ander getrouwd was!”
Yvonne keek verbaasd en daarna verontrust.
“Ik zat geen zeventig jaar met Victor in mijn hoofd. Ik niet!”
“Ik ook niet,” zei Victor zelf, “mijn vrouw is er een paar maanden niet meer en toen kwamen de herinneringen…”
“En toen ben je mijn vrouw maar komen halen!”
“Niet komen halen.”
“Hoe noem je dat dan?” Marcel werd wit van woede en schaamte. Hij had in zijn kaarten laten kijken, Evelien was nooit uit zijn gedachten geweest.
“Praten jullie maar lekker door.”
Hij ging naar boven, naar de laptop en zocht foto’s van Evelien. Foto’s, adresgegevens en bijna haar hele biografie. Dat was niet moeilijk te vinden: alles stond op zijn laptop in het mapje ‘liefste’.
Enthousiast over deze inzending?
Jouw commentaar toevoegen? Schrijvers stellen je tips en opmerkingen op prijs. Dat is mogelijk in de tekstbalk
Wees de eerste om commentaar te geven.
Meer publicaties lezen of zelf meedoen aan een schrijfactiviteit?
Klik op een van de mogelijkheden.
Klik op een titel om de inzending te lezen.
Eerst inloggen s.v.p.! Meedoen is alleen mogelijk voor leden. Nog geen lid? Je kunt je gratis registreren als lid.