Ik schrijf nu een verhaal dat ik niet wil schrijven. Het kan alle kanten opgaan.
Tegen ook mijn (schrijf)regels in, laat ik het niet gebeuren, maar vertel ik het; al moet ik dat misschien niet doen. Maar als je een depressief mens in een wieg hebt zien liggen, wil je iets kwijt over ‘iets’ wat je beslist niet kwijt wilt raken. Ja, onbegrip en betweterigheid in de vorm van ‘als ze het zeggen doen ze het niet’.
Zijn depressiviteit stemt me somber. Vaak denk ik tot mijn schaamte: als die jongen het syndroom van Down had, was het misschien duidelijk. ‘Je ziet toch niets aan hem?’ lijkt op een betrapte leugen.
Ik schrijf niet hoe het afloopt. Voor geen prijs.
Ik sprint de koorts en griep voorbij, maar haal ik hem in?
Asperger is niet te volgen. Rechtdoor, richting station? Politie in de verte. Waar is hij, waar is hij? – in zijn rompertje, wipstoeltje, lachend in het zwembad. Laat het niet zo zijn…
Daar staat ie! Hij leeft!
‘Hoi,’ zegt ie.
‘Hoi,’ zeg ik. Ik wil slaan en knuffelen.
‘We brengen jullie naar huis,’ zegt een agent. Hij wilde voor een trein springen.’
‘Nee! Geen politie in mijn straat,’ antwoordt hij.
Mijn arm om hem heen. De brug over. Rukt zich los, loopt naar de reling. ‘Doe het niet!’ schreeuw ik.
‘Wat? Kijk, jonge eendjes. Lief hè? Wat zielig toch dat er zoveel al jong doodgaan.’
Griep gaat wél over.
01-05-2023 |
Enthousiast over deze inzending?
Jouw commentaar toevoegen? Schrijvers stellen je tips en opmerkingen op prijs. Dat is mogelijk in de tekstbalk
Wees de eerste om commentaar te geven.
Meer publicaties lezen of zelf meedoen aan een schrijfactiviteit?
Klik op een van de mogelijkheden.
Klik op een titel om de inzending te lezen.
Eerst inloggen s.v.p.! Meedoen is alleen mogelijk voor leden. Nog geen lid? Je kunt je gratis registreren als lid.