Pietje kom van die kast af! Goed zo, ga maar met me mee naar de tuin. Mamma heeft er een hek omheen laten zetten, dan hoef ik niet meer uren naar je te lopen zoeken.
Je moet niet naar boven klimmen, want daar is het heel scherp. Ga maar fijn spelen. Met een gerust hart gaat moeder het huis in. Pietje voelt en schudt eens aan het hek, draait zich resoluut om en loopt naar de garage. Hij weet precies wat hij nodig heeft, die tang waar pappa de remleidingen mee doorknipt. Tevreden gaat hij terug naar het hek.
VRIJHEID (vervolg)
Zonder kleerscheuren kwam Pietje door het gat en besloot richting de winkel te lopen. Bij de bushalte stapte men net in en Pietje dacht dat een autoritje geen kwaad kon en stapte achter een dikke dame ook in. Een kwartiertje later was de bus op z’n eindpunt in de stad. Pietje vond het geen goed idee om ook uit te stappen. Rijden in de bus beviel hem wel. De chauffeur dacht daar heel anders over en leverde de verstekeling bij het politiebureau af.
Een aardige agente had geen problemen met Pietje en bracht hem na vijf minuten naar de rustruimte. Daar waren vier agenten aan het scrabbelen. Pietje vond dat zeer interessant, zodat de hoofdagent vroeg of hij een spelletje mee wilde doen. Dat wilde Pietje wel. Toen alle steentje op waren, bleek dat Pietje een woord had van achtentwintig letters. Een gemiddeld Schots dorp zou er jaloers op worden. Gelukkig was er geen dorp in de buurt om amok te maken.
De hoofdagent begon Pietjes woord te tellen, waarbij hij de regel hanteerde de som van het voorgaande wordt vermenigvuldigd met het volgende woord. Hij was niet voor niets hoofdagent, want hij deed het uit z’n hoofd. Na tien minuten was het zonneklaar dat Pietje ruimschoots had gewonnen. Zijn naam werd bovenaan op de muur bijgeschreven. Nummer twee lag 18.000 punten achter.
Ondertussen had de zoekmachine z’n werk gedaan. Pietjes vader bleek in dezelfde stad te werken. Met gezwinde spoed ging hij zijn zoon ophalen, kocht onderweg een taart om de agentenstress wat te verminderen. Dat had hij niet hoeven doen, “maar we zullen er wel goed op passen.” Passen op Pietje was een eitje, hij bleek een geweldige scrabbelspeler te zijn, die zag zijn kans schoon en informeerde of pappa ook kon scrabbelen. Deze voorzag donkere tijden en beweerde dat hij er nog nooit van had gehoord. “Geeft niet,” zei Pietje, “ik leer het je wel,” gaf alle agenten, de club was inmiddels toegenomen met twaalf man, een hand. Bij de uitgang zwaaide hij nog naar z’n nieuwe vrienden en ging tevreden met zijn vader mee.
10-04-2024 |
Enthousiast over deze inzending?
![]() | Jouw commentaar toevoegen? Schrijvers stellen je tips en opmerkingen op prijs. Dat is mogelijk in de tekstbalk hieronder of klik eerst op TOELICHTING voor de werkwijze. |
Wees de eerste om commentaar te geven.
![]() | Graag jouw waardering voor de kwaliteit van deze inzending: Stem 1=minimaal, 2=matig, 3= voldoende, 4=goed, 5=perfect. |
Eerst inloggen s.v.p.! Meedoen is alleen mogelijk voor leden. Nog geen lid? Je kunt je gratis registreren als lid.
Klik op een titel om de inzending te lezen.