Voor een beroep als vertrouwenspersoon, bijvoorbeeld aalmoezenier, ben ik absoluut niet in de wieg gelegd.
Men kan mij ook beslist niet in vertrouwen nemen. Een geheim kan ik nooit bewaren. Ik ben te eerlijk en daardoor kom ik altijd in de problemen. Voorbeeld: toen ik laatst een verhouding kreeg met een getrouwde vrouw heb ik haar dat eerlijk gezegd ondanks dat ze mij op het hart had gedrukt het aan niemand te vertellen.
Ze was zo kwaad dat ze op haar huwelijksdag aan haar man heeft verteld dat haar minnaar niet te vertrouwen is, waarop haar man mij opzocht om te zeggen dat hij niets met mij te maken wilde hebben omdat zijn vrouw niet van mij op aan kan.