Jaren lang slooft zij zich al uit voor een hongerloontje en staat onderaan de maatschappelijke ladder. Haar hoge hakken heeft zij voor sandalen ingeruild en zelfs de oude van dagen zien haar niet langer staan. Op dagelijkse basis plamuurt zij haar gezicht met een glimlach van oor tot oor, die haar het aanzien verschaft waar zij zo naarstig naar verlangt. Niemand die het ziet of er ook maar iets van zegt. Zij geeft en geeft: ‘hoe lang nog?’ denkt zij, als zij s’avonds laat thuiskomt en de deur achter zich dichttrekt. Wie zorgt voor haar?