Eieren slaan tegen mijn raam kapot en het struif loopt traag omlaag. Geschreeuw, gejoel en bonzen op de deur. In paniek sla ik mijn handen tegen mijn oren en verstop me in de slaapkamer. Ik schreeuw. Bang dat ik mijn verstand verlies.
Net alsof het erop lijkt erop dat mijn kwelgeesten nooit zullen weggaan is de rust weer terug en vertrekken ze lachend net zo snel als ze gekomen zijn. Nog tien minuten blijf ik trillend zitten voor ik overeind durf te komen.
Mijn broek is nat omdat mijn blaas zich heeft geledigd.
Gedachten gaan terug naar het gesprek met mijn maatschappelijk werker die mij ervan verzekerd dat het slechts incidenten zijn en het echt van belang is dat ik niet opgeef.
Per slot van rekening heeft hij er erg veel moeite voor gedaan om mij vanuit een beschermd wonen project hier te krijgen. Het is jeugd, glimlacht hij goed pratend. 'Altijd in voor een geintje. '
Ja ,ja.. denk ik, zolang ze maar niet bij hem in de tuin staan.
Ten slotte kan ik de moed opbrengen de slaapkamer te verlaten.
In de keuken zet ik een pot sterke koffie en neem buiten de schade op. De hemel ziet grijs en regenwolken hangen laag in de lucht.,
De moed zinkt me in de schoenen als ik de ravage zie. Morgen bel ik gelijk mijn contactpersoon en laat het zien. Dan hoop ik dat ik hier weg kan. Kinderen...ik haat ze.
'Halloween, 'zegt hij op minzame toon .'Dan heb je de kans met de jeugd in contact te komen.'
In het weinige licht ziet hij bleek. Ik houd het zo donker mogelijk om niet het idee te geven dat ik thuis ben.
'Overmorgen komen ze aan de deur voor snoep, 'zegt hij en staat op.' Zorg ervoor dat je wat lekkers voor ze hebt, ik denk dat het zal helpen. '
Een grinnikend lachje.
Ik weet dat het ergens ligt. Gekocht toen ik hier pas woonde. Het bleek effectief dus had ik het opgeruimd, maar nu wist ik niet meer waar.
Snel loop ik naar de kast in de schuur en trek alle laatjes open, zoek in dozen en graai achter een vuilniszak. Met een grimmig genoegen omklemmen mijn vingers een plastic pot.
Die avond heb ik de gordijnen open getrokken, alle lichten aangedaan en een flinke zak met snoepgoed klaargezet in de gang. Zelfs de etters zijn huichelachtig langs geweest. Ik heb ze breed lachend het meeste meegegeven.
Ik kan mijn geluk niet op nu ik weet dat het voorbij is. Eindelijk rust. In de hoek ligt nog een vergeten reepje. In gedachten raap ik het op, trek de wikkel eraf en stop het in mijn mond, misschien moet ik er nog eentje klaarmaken voor mijn contact...Mijn hart slaat een slag over als ik het laatste stukje doorslik...SHIT!!