Onder het toeziend oog van de traumachirurg wikkelde de verpleegkundige de zwachtel af.
Een kegelvormige stomp werd zichtbaar, net onder de linker knie. Ik voelde helse pijn in mijn linker voet alsof er naalden in werden gestoken.
De waarheid drong zich slechts langzaam aan mij op: striemende regen, gierende wind, piepende banden, toen een keiharde klap.
“Lieverd, lieverd,”
Nog hoor ik de echo van haar stem. Had ik maar, kon ik maar———-
Mijn gedachten zijn een langspeelplaat.
Volgens de chirurg heb ik last van fantoompijn.