Gejaagd loop ik de winkeltjes en cafétjes voorbij. Ik ken de stad, de geluiden, de mensen, de sirenes op de achtergrond. Maar deze straten zijn mij onbekend. Onbestemd loop ik door, alsof ik te laat ben. Maar waarvoor. Mijn verstand verteld mij dat ik voort moet maken, maar ik weet niet waarvoor.
Schijnbaar ben ik niet de enige. Er is veel rumoer in de straten hier. Mensen rennen alle kanten op, kriskras door mekaar heen. Door een steeg loop ik met de massa mee. Mijn god, wat is het druk hier. Een man in driedelig pak loopt me haast omver, een jonge meid strompelt over haar eigen benen en een moeder sleurt haar kind mee aan de arm. Op de achtergrond beginnen nog meer sirenes te loeien. Het besef komt langzaam op gang, het rumoer veranderd in een schreeuwende massa. Mijn oren suizen, het is onwerkelijk allemaal.
Ik moet door, weg van hier. Terug naar het bekende. Op automatische piloot ga ik mee in de stroom van mensen die als een op hol geslagen kudde vluchten voor het roofdier die hen wil slachten. Maar ik herken de angst niet dat ons achtervolgt. Eenmaal aan de andere kant van de steeg ga ik aan de kant van de straat staan. Rustig aan. Denk na. Denk goed na, waar ga je in hemelsnaam naartoe?
Een stem versterkt door een luidspreker maant ons het gebied te verlaten. Ik zie de paniek op de gezichten van de mensen om mij heen. Iedereen ziet er smerig uit, de straten zijn stoffig. Een oude dame op het voetpad heeft haar gezicht onder het bloed. Als ik naar beneden kijk zie ik de scheuren in mijn broek zitten. Mijn handpalmen zijn geschaafd. Ik hoor de stem door de luidspreker weer, iets over nog een explosief.
Ik kijk opzij en zie een flits in een winkelpui. Het glazen bouwwerk lijkt te vervormen, alsof er een glazen bol uit de winkel komt. Ik zie het groter en groter worden, totdat de bel uiteen spat. Een schokgolf komt uit het gebroken glas zetten, stof en puin worden vooruit gestuwd door een immense vuurbol. De stuwende luchtmassa komt bij mij aan. Stof schuurt mijn gezicht, de temperatuur neemt toe. Ik verneem dat ik naar achteren word geblazen en.
Verschrikt kijk ik op, ben ik nou echt in slaap gevallen. Ik heb mijn halte gemist en bij de eerstvolgende stap ik uit.
Gejaagd loop ik de winkeltjes en cafétjes voorbij. Ik ken de stad, maar deze straten zijn mij onbekend.
12-11-2023 |
![]() | Jouw commentaar toevoegen? Schrijvers stellen je tips en opmerkingen op prijs. Dat is mogelijk in de tekstbalk hieronder of klik eerst op TOELICHTING voor de werkwijze. |
Wees de eerste om commentaar te geven.
![]() | Graag jouw waardering voor de kwaliteit van deze inzending: Stem 1=minimaal, 2=matig, 3= voldoende, 4=goed, 5=perfect. |
Eerst inloggen s.v.p.! Meedoen is alleen mogelijk voor leden. Nog geen lid? Je kunt je gratis registreren als lid.
Klik op een titel om de inzending te lezen.