In de moestuin steekt een man routineus zijn riek in de grond. Twee vrouwen in overall gooien de gerooide aardappelen in een emmer. Vooral de langste van de twee is fanatiek. De andere vrouw volgt op enige afstand met uitpuilende zakken, waaruit regelmatig een aardappel valt. Plek die ze direct opvult met een nieuw exemplaar. Iets verderop vlijt een brunette haar hoofd tegen het shirt van een vogelverschrikker. Geborgenheid kent vele vormen. Bezitsdrang trouwens ook. Ze slaat haar armen om zijn strooien lijf, terwijl ze mij recht in de ogen kijkt. Ondanks het raam dat ons scheidt, zet ik een stap naar achteren.
‘Mevrouw, gaat u mee?’
Ik volg de directeur door een witte gang. Daarna slaan we nog zo’n gang in, wit en lang. Op eigen houtje de uitgang vinden, wordt nog een hele klus. Ik kan het niet laten, ik halveer een papiertje uit mijn jaszak, verfrommel het en laat het op de grond vallen. De andere helft volgt wanneer we naar links gaan. Bij een marmeren leeuw houdt hij halt. Hij streelt het dier over zijn kop en kroelt uitgebreid over zijn neus. ‘Onze rots in de branding. Houd ‘m te vriend!’ Zijn ogen boren zich in de mijne. Pas wanneer ik op zijn aansporend knikje ook mijn hand op de leeuwenkop leg, loopt hij verder. Halverwege de gang kijk ik om. De leeuw gromt geluidloos.
‘Waar komt u precies voor?’ Hij opent de deur van wat de gezamenlijke leefruimte blijkt te zijn.
‘Zoals ik u schreef, zou ik u vragen willen stellen voor een artikel over taboes in de psychiatrie.’
‘U doelt natuurlijk op magie.’
Verbaasd kijk ik hem aan.
‘U vraagt maar. Lust u trouwens een kopje thee?’
‘Graag.’
Bij het afgaan van het belletje van de waterkoker, strijkt een witte gans neer op de terrastafel. De directeur legt zijn hand tegen het raam, waarop de gans haar nek van boven naar beneden beweegt. Dan draait ze zich om, zakt door haar poten, spreidt haar vleugels en blijft zo zitten.
‘Nee, nu even niet, vriend.’ Zuchtend draait hij zich naar me om. ‘Vannacht was al enerverend genoeg. Normaal gesproken gaat de vlucht goed. Deze keer schrok ze van iets en maakte een duikvlucht. Het luide gakken had me moeten waarschuwen. Voor ik het wist, lag ik met mijn voeten in de sloot. Het viel mee. Mijn schoenen kunnen tegen een stootje.’
Ik kijk naar de natte schoenen bij de verwarming. Er zit eendenkroos op de neus.
‘Een ding zeg ik u. De mensen in deze instelling zijn niet gek. Ik geloof eerder dat ze magische kwaliteiten bezitten. Magische trillingen lijken absoluut niet op het monotone geluid van gekte. De trillingen leiden tot een andere manier van waarnemen, het besef dat er meer is dan we op het eerste oog zien.’
Hoe anders verliep ons schriftelijk contact. Beduusd pak ik mijn blocnote uit mijn tas.
Een dame met een dienblad in de handen komt binnen. ‘Niels, dáár ben je! Tijd voor je medicijnen.’
Enthousiast over deze inzending?
Jouw commentaar toevoegen? Schrijvers stellen je tips en opmerkingen op prijs. Dat is mogelijk in de tekstbalk
Wees de eerste om commentaar te geven.
Meer publicaties lezen of zelf meedoen aan een schrijfactiviteit?
Klik op een van de mogelijkheden.
Klik op een titel om de inzending te lezen.
Eerst inloggen s.v.p.! Meedoen is alleen mogelijk voor leden. Nog geen lid? Je kunt je gratis registreren als lid.