Het was bijna Allerzielen en de juf had ons verteld waar de zieltjes lagen van iedereen die dood was gegaan: onder de kruisjes op het kerkhof.
’s Avonds in bed luisterde ik maar half naar het slaapverhaaltje van m’n vader: er was iets waar de juf ons helemaal niks over had gezegd.
“Waar ligt míjn ziel, papa?”
Hij keek me even verbaasd aan, fronste de wenkbrauwen en liep zwijgend naar de wereldkaart, die ik de eerste dag van de grote school als aankomend ontdekkingsreiziger verwachtingsvol op de muur had gepind.
Hij wees me een stip aan. “Hier ventje, hieronder”.
Trots dat ik de letters al kon lezen spelde ik: “...M…t. ...E…V…E…R…E…S…”.
Toen ik eindelijk wat tureluurs bij de laatste 'T' was gekomen, nam m’n papa me bij de schouders. “Midden in de weidse wereld, m’n jongen. Op een plek waar je haar nooit zal vinden”.
Het was zonneklaar: hier lag m'n eerste doel! “Dan ga ik dáár het eerst naar toe, papa!”.
Vastberaden nam ik m’n spliksplinternieuw aangescherpt potlood en tekende er kordaat een kruisje op.
Enthousiast over deze inzending?
Jouw commentaar toevoegen? Schrijvers stellen je tips en opmerkingen op prijs. Dat is mogelijk in de tekstbalk
Wees de eerste om commentaar te geven.
Meer publicaties lezen of zelf meedoen aan een schrijfactiviteit?
Klik op een van de mogelijkheden.
Klik op een titel om de inzending te lezen.
Eerst inloggen s.v.p.! Meedoen is alleen mogelijk voor leden. Nog geen lid? Je kunt je gratis registreren als lid.