Plets! Haar witte T-shirt zit onder de rode spetters. In de tijdsplinter die een onverwachte gebeurtenis scheidt van de reactie erop, ziet zij een oog in haar bord tomatensoep. Een starend, verglaasd oog en de kippenkop waar het deel van uitmaakt. Verschrikt springt ze op uit haar tuinstoel en slaakt een bloedstollende kreet die smoort in uitdovend bewustzijn.
‘Gaat het weer een beetje, Mandy?’
Ze ziet een bezorgde frons in het gezicht van Hannah haar buurvrouw, die over haar heen gebogen staat.
‘Wat, eh… wat, waar’, begint ze.
‘Nee,’ zegt Hannah. ‘Blijf rustig liggen. Ik hoorde je gillen alsof je vermoord werd, dus ben ik even komen kijken. Maar goed ook, want je lag hier buiten kennis in je tuin. Ik ben blij dat je weer bij bent. Ik wist niet goed wat ik moest doen en stond juist op het punt 112 te bellen. Wat is er in vredesnaam gebeurd?’
‘Ik eh… ik zat hier in de tuin mijn soep te eten en toen plonsde er ineens iets in mijn bord. Het was…,’ ze slikt moeizaam, ‘Het was een kippenkop!’
‘Gadverdamme, dat méén je niet! Hoe kan dat nou! In dit bord hier?’
Hannah roert met de lepel door het bord.
‘Hm, hier is niets te zien hoor. Wel allemaal spetters soep op het tafelkleed, maar geen kippenkop. Misschien ben je boven je bord soep in slaap gevallen en had je een enge droom?’
‘Huh, nee, ik was klaarwakker toen het gebeurde… toch?’
‘Nou, vast niet. Ik was hier snel nadat ik je hoorde gillen. Kippenkoppen lossen niet zomaar op’.
‘Nee, nee, natuurlijk niet. Misschien ben ik inderdaad even ingedut. Ach ja, zoiets moet het zijn. Er vallen gewoonlijk geen kippenkoppen uit de lucht.’ Ze zegt het met een wrang lachje om de lippen. ‘Dankjewel Hannah, dat je zo goed op me let!’
‘Geen dank, daar zijn buren voor toch? Ik vind het wel vreemd dat je zomaar buiten westen bent geraakt. Misschien dat je er toch even mee naar je huisarts moet’.
‘Ach, welnee. Het komt vast doordat mijn broertje mij pestte met mijn angst voor bloed, vroeger bij ons op de boerderij. Iedereen in mijn familie kent het verhaal en ik word er nog steeds wel eens mee geplaagd. Op een keer had hij een kip geslacht en gooide die bloederige kop naar mij en liet de onthoofde kip doorlopen. Afschuwelijk! Ik kon er niet tegen en moest heel erg huilen. Hoe harder ik huilde des te meer schaterlachte mijn broertje. Ik heb er ook wel eens over gedroomd, maar ik ben nooit eerder zomaar in slaap gevallen of flauwgevallen na een enge droom…. Nou ja, we moeten er ook geen drama van maken. Ik hou het wel in de gaten. Als het weer gebeurt ga ik wel even bij de huisarts langs’.
‘Beloofd?’ Een zekere twijfel gloort in de ernst van Hannahs blik.
‘Beloofd!’
‘Nou, vooruit dan maar. Denk je dat je het verder redt zo?’
‘Ja, hoor! Kijk alsjeblieft niet zo zorgelijk. Ga gerust naar huis. Ik red me wel. Echt!’
Confuus van wat er precies is gebeurd, klikt ze haar huisdeur achter Hannah in het slot. Ze draait zich om en loopt door de gang naar de woonkamer. Ze hoort het geklik van de brievenbusklep. Ze kijkt om en ziet een enveloppe op de mat, pakt die, haalt er een briefje uit en leest. Ze voelt haar maag samentrekken. Met het hart in de keel staart ze naar de tekst: “Je bent een lekker kippetje met een heel mooi koppie. Nog wel tenminste!”
Wat betekent dit in godsnaam? Ze rukt haar voordeur open. Niemand. Ze rent naar Hannahs huis en drukt haar vinger een vijftal volle seconden op de deurbel.
‘Nou, nou, nou, waar is de brand?’ klinkt het even later wat geïrriteerd. ‘Oh jij bent het’, zegt Hanna, ‘hoe…’.
‘Moet je lezen Hannah!’
‘Hoe kom je hier aan?’
‘Werd bij me in de bus gedaan even nadat jij weg was. Ik heb het niet gedroomd hè, van die kippenkop? Iemand speelt een bizar spelletje met me. Iemand die heel eng dichtbij was. Zó dichtbij dat die de kippenkop in mijn soep kon laten plonsen en die er weer wist uit te halen voordat jij kwam. Hoe kán dat en wie doet er nu zoiets in vredesnaam?’
‘Jezus, dit is wel erg weird. Politiewerk als je het mij vraagt. Ik zou maar aangifte doen!’
‘Ja, ja, zeker... ehm… Ga je met me mee, alsjeblieft? Ze geloven me daar vast niet en jij bent nu getuige.’
‘Okay, ik pak even mijn jas. Ik rijd wel even trouwens. Jij bent veel te opgewonden!’
‘Hannah, je bent een schat. Ik haal ook even mijn jas.’
Een ijselijke gil doet Hannah even later de haren recht overeind staan.
‘Mandy, Mandy wat is er?’ Haar jas aanschietend holt ze naar haar buurvrouw. Mandy staat in haar hal. Lijkbleek. In de gang ligt een kip. Zonder kop.
‘Hannah,’ huilt Mandy. ‘Er is iemand die zo maar naar believen mijn huis in en uit kan lopen om bizarre grappen met me uit te halen!’
Hannah antwoordt niet. Ineens zakt ze als een ledenpop aan Mandy’s voeten. Mandy hoort de voordeur in het slot vallen en dan ziet ze de donkere, in een zwart trainingspak en een bivakmuts gehulde, gedaante die achter haar voordeur moet hebben gestaan. Ze kijkt van haar belager naar de roerloze Hannah aan haar voeten. Een groot mes, haar keukenmes, steekt grotesk uit de rug van haar buurvrouw. Hannah! In een vloek en een zucht zomaar ijskoud vermoord! Ze voelt het bloed uit haar gezicht trekken.
‘Nu is het jouw beurt, kippetje,’ zegt de indringer.
Mandy probeert weg te lopen maar haar benen willen niet. Hij grijpt haar en legt een ijzeren knuist om haar neus en mond. Ze voelt haar leven wegvloeien. Chlorofo… denkt ze net voor dat een peilloos niets korte metten maakt met haar bewustzijn.
Ze wordt wakker door een helse hoofdpijn die op de binnenkant van haar schedel hamert. Haar armen en benen weigeren dienst. Ze zit vastgesnoerd op een eetkamerstoel. Tie rips striemen in polsen en enkels.
‘Ben je er weer kippetje? Was lekker spannend hè, die kop in je soep en die kip in de gang. Down memory lane voor je zeker? Ha, ha!
Ze kijkt op. Haar belager zit op een stoel tegenover haar. Hij maakt zijn nagels schoon met de punt van een stiletto.
‘Mooi speeltje heb ik hè? Mijn penseel! Daar gaan we een leuk spelletje mee doen. Tenminste, ik vind het leuk en jij zult het vast wel opwindend vinden! Je mag zelf zien hoe langzaam maar zeker jouw mooie koppie verandert in iets waarvoor een gehaktmachine zich niet hoeft te schamen, ha, ha! Ik weet het leuk te brengen niet?’
Hoe weet hij van haar herinnering aan die onthoofde kip? Maar… ze kent die stem! Het is… het is… ‘T-Theo?’ bibbert haar stem. ‘Theo?’
‘Je mag nooit meer raden! Theo ja, die zak die je met je mooie koppie de bons hebt gegeven alleen omdat hij een keer, één lullig keertje maar, dat charmante spottende lachje van dat schijnheilige smoeltje van je heeft getimmerd. Die Theo ja!’
‘Theo, alsjeblieft, hou er mee op. Laat me gaan en we praten er niet meer over. Goed?’
‘Ha, ha, ben je wel goed bij je hoofd? Er ligt al een lijk in de gang, dus je snapt dat ik hier pas weg ga als de pratende monden op zijn. Ik heb keurige handschoentjes aan, dus vingerafdrukken vinden ze niet. Mijn telefoon ligt met Netflix aan in het huisje op mijn volkstuin waardoor het achteraf zal lijken of ik daar nu aan het binge watchen ben. Mijn kleren verbrand ik in dat kekke open haardje van je nadat wij samen onwijs plezier hebben gemaakt. Nee, deze jongen zorgt er wel voor dat er straks geen hanen gaan kraaien naar een paar dooie kippetjes! Maar dat is voor later. Nu ga ik eerst met mijn penseel hier lekker bloederige lijntjes schilderen op dat mooie bleke smoeltje van je. Ik kan best aardig schilderen al zeg ik het zelf. De Bob Ross van de stilettopunt, zeg maar, ha, ha. In de spiegel hier, kun je zelf zien hoe mijn kunstwerk vordert.’
‘Theo, nee!’ gilt ze hyperventilerend. Opnieuw overvalt een inktzwarte donkerte haar.
Enkele minuten later knippert Mandy met haar ogen die even nodig hebben om te focussen.
‘Ha, je bent weer bij moppie? Ome Theo gaat niet penselen als jij zijn werk niet controleert, hoor. Ik wil je horen huilen van geluk, of leuker nog, van pijn. Lekker hard. Je buurvrouw hoort niets meer, dus je kunt je longen uit je lijf gillen. Ik heb hier een geluidsrecordertje om jouw mooie klanken later nog eens op mijn gemak op mijn bank in stereo surround terug te kunnen luisteren’.
‘Godsamme Theo, alsjeblieft’, smeekt ze huilend.
‘Stop met dat simpen! Je eyeliner loopt uit. Je bederft straks mijn kunst nog!’
Met een washand droogt hij haar tranen en veegt haar gezicht schoon. Hij schuift zijn stoel dichtbij zodat zijn gezicht nu vlakbij het hare is. Hij drukt de platte kant van het stilettolemmet tegen haar neus.
‘Zie je die punt? Daar kan een chirurg jaloers op zijn! Ideaal voor een mooie schildering op… Nou waar wil je mijn eerste kunstwerkje hebben? Op je voorhoofd? Je wang misschien? Een oog minder? Hoe zou dat zijn? Ik kan ook eerst dat wulpse puntje van je neu…’
‘Theo, hou op!’, huilt Mandy in blinde paniek.
´Ha, ha, nee! Ik kàn niet wachten. Weet je wat? Less is more! Ik delete eerst dat kuiltje in je kin en…’
´Nee!´ Mandy gilt het uit.
‘Mandy!’
‘Huh?’
‘Mandy!’
‘Wat?’
Theo buigt zich over zijn vriendin, naast hem in bed.
‘Je ligt onwijs te gillen. Had je een enge droom of zo?’
Mandy kijkt Theo even verschrikt in de ogen en springt dan uit bed.
‘Wat doe je? Wat is er? Is het je droom?’
‘Ik eh…’, langzaam daalt het besef in zij dat ze gedroomd moet hebben. ‘Ja, ja, ik droomde. D-Dat moet wel. Het was… Het was afschuwelijk!’
‘Waar droomde je over dan?’
‘Over jou en… eh nou laat maar, het is te absurd voor woorden.’
‘Wat nou, vertel!’
‘Je wilde me martelen en vermoorden….’
‘Hm, het komt zeker door die klap die ik je gisteren heb verkocht. Dat hebben we toch uitgepraat zeker?’
‘Ja, ja, vergeet het. Het was gewoon een nare droom’.
Ze schiet haar ochtendjas aan en loopt de trap af. In de hal ligt de ochtendkrant al op de deurmat. Er ligt iets op de krant. Een kippenkop...
Enthousiast over deze inzending?
Jouw commentaar toevoegen? Schrijvers stellen je tips en opmerkingen op prijs. Dat is mogelijk in de tekstbalk
Wees de eerste om commentaar te geven.
Meer publicaties lezen of zelf meedoen aan een schrijfactiviteit?
Klik op een van de mogelijkheden.
Klik op een titel om de inzending te lezen.
Eerst inloggen s.v.p.! Meedoen is alleen mogelijk voor leden. Nog geen lid? Je kunt je gratis registreren als lid.
Ik wil dus maximaal 1250 woorden van je lezen en je dan mijn bevindingen laten weten en eventueel adviezen te geven.