‘Ik ben geen kaartenschrijver, toch stuur ik je een kerstgroet. Ik weet het, met kerst wordt niet alles opeens vrede op aarde, daarvoor heb je me te veel aangedaan. Maar het geeft niet wat je fout hebt gedaan, leer ervan.
Wat het ook is, je zult me wel missen als spiegelend voorbeeld van knap, goedgekleed, goede manieren en welkbespraaktheid. Ik ben niet haatdragend en vergeef je alles, wat het ook is, Suzanne. Ik geef je een tweede kans…’
‘
'Sufferd! Je vergat altijd alles: mijn verjaardag, afspraken… Alles! Maar niet dat je behoefte aan ‘ontlading’ had; het maakte je niet uit bij wie. Zitten er nog steeds gaten in je boxershort? Je spiegelbeeld mag je houden, want ik heb geen behoefte aan flaporen en haren uit mijn neus en oren.
Ik herken je handschrift, maar je bent vergeten je naam op de kaart te zetten. En doe er in het vervolg een postzegel op, druiloor.
Trouwens, ik heet Babette. Doe de groeten aan Suzanne…’