En hij stoof de kamer binnen. Wild van zin en lust greep hij naar zijn vrouw. Zij staarde hem ijskoud aan. Zijn blik draaide bij en hij kalmeerde. De ontnuchtering deed hem een halfvol glas met iets sterks in de hand nemen, zijn leven had hij er zelden in, in de hand. Alexander - Alex voor de vrienden - was professor, besloten in een hokje, het hokje van zijn leerstoel, zijnde zijn kennisgebied. Als professor geschiedenis had hij geluk, zijn hokje bleef groeien, elke dag breidt de geschiedenis namelijk uit.
Tot enige redelijkheid teruggekeerd besloten ze de dag te beëindigen, Kate moest vroeg aan de slag. Zij runde een galerie en een groot project stond op stapel, hedendaagse kunst, waarvan eigenlijk niemand de inhoud noch zin begreep. Of is dat misschien net de sleutel tot het succes van de ronkende kunstenaarsnamen?
Een snaak met lang vies haar liep nonchalant de ruimte in, Kate kwam hem tegemoet, ietwat ongerust omwille van de gitaarkist in zijn hand. 'En u bent?'. 'Nieuw... oh, Thijs van Garen' met een lichte buiging. Hij opende zijn kist, zonder gitaar, en stalde omzichtig en met eerbied vier kleine doekjes uit, in welbepaalde volgorde. 'Merk op', aldus Thijs,'dat de bomen (er stond niks anders op elk doekje) sequentieel van rechtopstaand, meer en meer doorbuigend, geveld raken. Ook het kleurenpalet geeft de aftakeling weer, een menselijke symboliek.' Zelfgenoegzaam wachtte hij op eerbetoon. Kate, die de symboliek al doorhad vanaf het tweede doekje, ze is geroutineerd, was niet onder de indruk maar wou de snaak met lef niet ontmoedigen. Aansporing en ondersteuning heeft het jonge volk nodig. Zelf heeft ze die nooit gekregen. Peinzend bekeek ze Thijs en de omvervallende bomen. 'Weet je Thijs, ik heb hier om de hoek nog net het ideale plekje vrij om je werkjes op te hangen.' Perfect bedacht, de bomen gingen trouwens al zelf het hoekje om. Thijs klapte verrukt zijn kist terug dicht, dankte omslachtig en paradeerde naar de uitgang.
De vernissage trok veel excentriek kunstminnend volk. Ondertussen, om de hoek, stond een oude depressieve man naar de vier boomschilderijtjes te staren, meebuigend met de omvervallende bomen tot hem bijna hetzelfde lot overkwam. Het was duidelijk, hij had zijn geestesgenoten gevonden die zijn thuis mee kwamen bevolken, al waren ze bomen. Hij sprak Kate aan en blijkbaar werd een snel akkoord rond de prijs bereikt. Omdat ze klein waren en de man zo troosteloos leek, verpakte ze de doekjes meteen en de oude man verdween met een sprankel glimlach op zijn verrimpeld gezicht, de nieuwe vrienden veilig onder zijn arm knellend. Een jongere gast opende de deur voor hem en die geste vergrootte zijn dankbare glimlach.
De volgende tentoonstelling met verkoop naderde, nog enkele dagen. Thijs Van Garen stapte, zoals afgesproken, binnen met zijn vertrouwde gitaarkist. Hij kwam zijn vier bijdragen afleveren. Deze keer werden de vier elementen uitgebeeld op ludieke wijze. Verrassend was wel dat Thijs daartoe in staat bleek, je zou het hem niet nageven op zijn slungelachtige voorkomen. Water was een lekkende kraan. Vuur een brandend lucifertje. Aarde een zak potgrond. En lucht een fietsband die bijgepompt werd. Eén cynische gast zou voldoende zijn om de werkjes, van om de hoek, te willen bezitten en, indien nodig, zelfs op te bieden. Om de hoek, was de vaste 'hangplek' voor de doekjes van Thijs. En zo geschiedde op de vernissage. Van om de hoek klonk een schaterlach. Een van de gasten was afgeweken om eerst de omvang van de expositie te ervaren. Hij stond voor 'De Vier Elementen '. Gosh, die moest hij beslist kopen en hij schreef ze neer op een meegegrist notitieblokje. Straks negotiëren.
Het zou de laatste exhibitie van Kate worden.
Dit zijn aaneengerijgde fragmenten uit mijn onuitgegeven werk 'Kate en Alex'.
Ik ben blij met je evaluatie.